Achter links; Janke Miedema
Middelste rij; v.l.n.r: Albertje Boersma, Geertje Kramer, juf Tamsma en Metty Pebesma.
Vooraan: Baukje Westra.

In memoriam
Maria Jacoba Tamsma

Maria Jacoba Tamsma zag op 3 april 1913 het levenslicht in het dorpje Wierum.
De liefde voor het onderwijs kreeg zij van huis uit mee.
Haar grootvader en vader waren onderwijzers en zij zou evenals haar zussen Coba en Titi in hun voetsporen treden.
Na de lagere school volgde ze in Dokkum het middelbaar onderwijs en voltooide haar opleiding tot onderwijzeres in Leeuwarden.
In 1931 begon de toen achttienjarige aan de school van Augustinusga.
Zij zou er vier jaar blijven.
Op 1 november 1935 deed ze haar intrede in Tzummarum waar meester Toornstra net twee maand de directiescepter zwaaide.
Een kosthuis werd gevonden in de voormalige pastorie. (thans de supermarkt van Bonsma)
Het was een groot pand.
Onderin was de kapsalon van Sluis gevestigd; boven woonde zij met haar kostjuffrouw De Bruin; de kosteres van de Nederlands Hervormde Kerk.
Pas veel later kocht ze het huis in de Westerbuorren.
Het was geen gemakkelijke tijd.
De crisis bereikte hier in Friesland zijn climax en beperkte zich niet tot de economie alleen.
Drie jaar tevoren had meester Van der Tol aI gesproken over 'de crisis die zich ook van het onderwijs had meester gemaakt'.
Hij doelde op de verhoging van de toelatingsleeftijd van 5½ naar 6 jaar en op de algemene klassenvergroting.
De kinderen in die overvolle klassen moesten een plaats krijgen in vier rijen houten banken.
Achter in de klas stond een grote kachel die gestookt werd met cokes en lange turven.
Begin oktober hadden de leerlingen een paar dagen vrij.
In die "kachel-fekânsje' werden de kachels en de lange pijpen weer op hun plaats gezet.
Schipper Teakema meerde zijn praam af bij de brug (hoek Fongers) en met volle korven op de rug werd het turfhok weer vol gesjouwd.
Naast verwarming werd de kachel ook gebruikt om de jassen te drogen en menige jongen die tijdens het slootjespringen de afstand niet geheel correct had ingeschat, kon zich de verwijten van zijn moeder besparen door zijn sokken hier te laten drogen.
In de Pinkstervakantie gingen de kachels er weer uit en kreeg de school een grote beurt.
Toch moet het er voor leerkrachten en kinderen niet altijd prettig toeven zijn geweest.
Sinds de bouw in 1897 was er nimmer iets aan het pand veranderd.
De al eerder gememoreerde kachels waren tot op de draad versleten en konden de school niet goed warm houden.
Ernstiger was de stankoverlast van de wc's (tonnenstelsel) en urinoirs.
De houten vloeren, gangen en portalen waren onmogelijk schoon te houden en in die overvolle klassen was geen ruimte voor 'vrije- en ordeoefeningen' zoals de gymnastiek toen werd genoemd.
De inspecteur vindt de beoogde centrale verwarming veel te luxe en met 5 wc's en 2 urinoirs moet volgens hem kunnen worden volstaan.
Na lang soebatten en ondanks de crisistijd gaat in 1939 de verbouw door.
De Tweede Wereldoorlog ging ook in Tzummarum niet ongemerkt voorbij.
Naarmate de oorlog vorderde, nam de schaarste steeds grotere vormen aan.
Grondstoffen waren moeilijk of geheel niet te verkrijgen.
'Deze inkt wordt vervaardigd uit andere grondstoffen dan de normaal gebruikelijke' lezen we op een bewaard gebleven inktfles uit 1942.
Ernstiger was het gebrek aan brandstof.
Er moest creatief les worden gegeven.
Als je één ruimte verwarmde, kon je 's morgens de ene helft van de schoolbevolking lesgeven, waarna 's middags de andere onderwijs kon genieten.
Soms kon er in het geheel geen les worden gegeven omdat er niets was.
's Avonds ging juf nog wel eens bridgen met dokter Keestra, Wybren Oosterbaan en collega Toornstra.
Vaak bleef ze dan overnachten, want spertijd was spertijd en met de Duitsers viel niet te spotten.

In de laatste oorlogsjaren bevolkten ook andere kinderen de school; hongerende kinderen uit Rijswijk en omgeving, evacués uit Zeeland, de Betuwe en Venlo.
Bij deze laatste groep was een katholieke onderwijzeres.
Of het nu ging om hand en spandiensten te verrichten, of omdat je maar nooit kon weten in dat protestantse Nederland boven de grote rivieren , zal wel altijd een raadsel blijven.
Begin jaren 50 is het nog niet zo eenvoudig om schooljuffrouw in de laagste klassen te zijn.
De gevolgen van de naoorlogse geboortegolf laten ook dit Friese kleidorp niet ongemoeid.
Juf Tamsma heeft meer dan 50!! kinderen in de klas, maar een 4de leerkracht komt er niet.
In het schooljaar 1957-1958 wordt een nieuw record gevestigd.
Juf mag die zomer naast haar toch al forse tweede klas, 34 nieuwelingen verwelkomen.
De nu toch wel zo zeer gewenste vierde leerkracht zal nog twee jaar op zich laten wachten.
Kort na de oorlog vertrok Toornstra naar Enkhuizen.
Zijnplaats werd ingenomen door Wynia.
(1948-1961) Wynia ging en Kuindersma kwam.
Slechts vier jaar maakte ze hem als hoofd der school mee.
Haar laatste directeur werd Jansma.

Wat voor vrouw was Maria Jacoba?
Wat maakte haar tot één van de markantste figuren van Tzummarum in het derde kwart van de vorige eeuw?
Zij groeide op en werd gevormd in een tijd van idealisme en hoop.
De Eerste Wereldoorlog had diepe wonden geslagen en de verhoudingen waren grondig gewijzigd, maar strijdbaar en vol idealen begonnen de mensen aan een nieuwe tijd.
Het werd een bloeiperiode op velerlei terrein.
De specifieke Nederlandse ontwikkelingen in de 19de eeuw hadden een proces op gang gebracht dat wij later verzuiling zijn gaan noemen.
De staat maakte het de onderscheidene groepen mogelijk om hun dagelijks leven geheel volgens eigen inzichten in te richten en te organiseren in eigen scholen, eigen jeugdbewegingen, sportverenigingen, werkgevers- en werknemersorganisaties enz. enz.
Ook de culturele verzorging vond plaats in eigen kring; men las zijn eigen krant, zong in zijn eigen zangvereniging en luisterde naar de eigen omroep.
Leidraad in die keuzes was voor Maria Jacoba haar diepdoorleefde vrijzinnig- christelijke levensovertuiging.
Zij bleef die overtuiging trouw, ook toen er in het begin van de jaren dertig dit idealisme alom plaats ging maken voor somberheid en later zelfs omsloeg in klimmende angst vanwege de oorlogsdreiging.
Een logisch gevolg van haar christelijke overtuiging was liefde en dienstbaarheid.
Het loopt als een rode draad door haar leven.
Toen haar moeder alleen kwam te staan, vond ze onderdak bij Maria.
Haar tweede zus Coba verbleef met haar man in het buitenland.
Toen haar kinderen naar de middelbare school moesten, kon dat alleen maar in Nederland.
En zo kwam Chris in de Westerbuorren.
Voorwaar geen gemakkelijke taak voor een ongehuwde vrouw zo'n puber te begeleiden.
Een logisch gevolg van die dienstbaarheid waren ook de vele functies in het openbare leven.
Ze was ruim 12 jaar lang ouderling van de Nederlands Hervormde Kerk en werd secretaresse van de Vrijzinnige Vrouwenvereniging.
Een van haar liefdes was zingen.
Ze werd lid van Zanglust en Vriendschap.
Repeteren deed je 'op seal' want tijdens de concoursen wilde je niet afgaan.
Een andere passie was toneelspelen.
De rederijkerskamer ,Onno Zwier' mocht zich in haar warme belangstelling verheugen.
Naast acteren was ze actief in bestuurtijke functies.
Haar vele inspanningen werden tenslotte beloond met het erelidmaatschap.
Dat toneelspelen zat haar in het bloed.
Toen Wilhelmina in1948 haar 50-jarig regeringsjubileum vierde, werden er grootse feesten gehouden in Tzummarum.
Een onderdeel van de festiviteiten was zang en declamatie in de muziektent.
Een journalist schreef: De begeleidende tekst tussen de diverse versjes werd op voorbeeldige wijze gedeclameerd door mej. Tamsma.
De krant spreekt van "algemene lof.
Een belangrijke vereniging voor de ontwikkeling van Tzummarum was een afdeling van de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen; kortweg 't Nut.
Men beheerde o.a. een spaarbank en een bibliotheek.
Die bibliotheek was een tijdlang gevestigd in de school.
Hoogtepunt waren de jaarlijkse toneeluitvoeringen.
Juf Tamsma was jarenlang secretaresse van deze vereniging.
Maar met stip bovenaan stond de school of om haar eigen woorden te gebruiken: 'De skoalle is nûmer ien'.
Meer dan een hele generatie heeft zij de beginselen van rekenen, taal en lezen bijgebracht.
Wat boeide haar zo in het vak?
We laten haar zelf weer aan het woord: het woord: It is moai to sjen hoe bern yn de earste klasse ynienen ta de ontdekking komme dat se fan letters wurden meitsje kinne.
Sa'n ûntjouwing fan de earste klas is hast elke kear wer in wûnder'.
Maar haar grootste drijfveer was toch zeker de liefde voor het kind.
En dat sloeg over op de jeugd.
Kinderen haalden haar van huis.
Het was een eer om haar tas te mogen dragen.
Zij was een van de eersten met een tv.
’s Zondagsmiddags kwamen er dan kinderen kijken.
In tegenstelling tot velen in die tijd zag ze de grote voordelen van dit medium op bijvoorbeeld de taalontwikkeling van kinderen.
Makkelijk was ze niet.
In de overvolle klassen, die het grootste deel van haar carrière meer regel dan uitzondering waren, moest je wel streng zijn.
Waar woorden niet hielpen was volgens de geldende wetten een tik met de liniaal op zijn plaats.
Ze had een stem als een oordeel.
Als zij haar stem verhief, waren zelfs de groten stil.
Een hoogtepunt in de schooltijd moest de driedaagse schoolreis worden.
Sommige kinderen knepen hem als een dief als ze zo'n eerste keer 'fan hûs' moesten.
Dan werd juf Tamsma ingeseind want 'se moatte einliks wol mei hé'.
Ze was dan een 'mem foar de bern' aldus een ouder.
Na schooltijd hield haar taak niet op.
Zo was zij jarenlang leidster van het ‘Bosvolk' de jongste groep van de VCJC.
Na haar pensionering deed ze nog vaak donaties aan verenigingen.
Hieraan herinnert nog de jaarlijkse M.J. Tamsmapartij; een wedstrijd voor jonge kaatsers.
Ondanks haar jarenlange ervaring bleef deze vakvrouw open staan voor vernieuwing van het onderwijs.
Zij was zeer kritisch.
Onderwijsvernieuwing moest in de eerste plaats onderwijsverbetering zijn.
Die modernisering begon al vroeg.
In een vooroorlogs artikel lezen we dat er in Tzummarum een openbare les voor ouders werd gegeven die 'zich in een druk bezoek mocht verheugen’, aldus de Franeker Courant.
'S Avonds werd in café Miedema een ouderavond belegd met als titel ' Wat wil de nieuwe school?.
Juf Tamsma hield een lezing over de globalisatiemethode; een vernieuwde leesmethode.
Heet lang werd de taalontwikkeling van haar kinderen extra bemoeilijkt doordat thuis alleen maar Fries werd gesproken.
Voor veel kinderen, was Nederlands aanvankelijk een vreemde taal.
Wilde je ze goed Nederlands leren, dan moest je aansluiten bij het Friestalige kind.
Na langdurig overleg met de achterban werd in 1960 door de overgrote meerderheid der ouders gekozen voor de tweetalige school; een novum in onze provincie.
Juf Tamsma was er op voorbereid en had al haar acte frysk gehaald.

Andere tijden, andere zeden.
In het begin van de jaren zeventig wordt aan de creatieve vakken grotere waarde gehecht.
Ouders moesten betrokken worden bij het werk en de werkmethoden van hun kind.
Weer hoort haar Tamsmaskoalle bij de voorlopers.
Maart 1970 wordt een grote tentoonstelling in de school gehouden, waar niet alleen ouders maar ook , pakes en beppes en andere belangstellenden verwelkomd worden.
De krant schrijft: De Tzummarumer openbare lagere school is met dit werk één van de pionieren en dat wordt ook in leidende kringen bepaald op prijs gesteld.
De heer K. Elzinga, inspecteur van het lager onderwijs, liet zich lovend uit en ook de heer Zondag van de Fryske Academy was vol lof over de initiatieven'.
Aan het eind van haar carrière komt de onderwijsbegeleiding pas goed op gang.
Zij betreurde het dat ze daar nu pas de vruchten van kon plukken want: “Met die nieuwe methoden en materialen is overigens wel winst geboekt'.

Bekend werd ze om haar handwerklessen.
Nuttige handwerken stond als vak bijzonder hoog aangeschreven.
In het begin van de jaren 30 was er zelfs twee keer per week na schooltijd de 'breidskoalle' waar meisjes geschoold werden in breien en haken.
Rond 5 december werden allerlei handwerkjes gemaakt die juf dan mee nam om er thuis de laatste hand aan te leggen.
Heel lang bleef het nog zo dat na 11 uur de kleintjes naar huis gingen en juf handwerken aan de meisjes gaf.
Jongens deden daar niet aan mee; voor hun waren er andere nuttige werkjes'.

De modernisering van het onderwijs stelde nieuwe eisen aan het gebouw.
In 1960 werd de school opnieuw verbouwd.
De oude houten banken maakten plaats voor leerlingensets.
Op 1 november was de opening.
Voor juf is er een extra feestelijk tintje, zij is dan 25 jaar onderwijzeres in Tzummarum.
Op 14 februari 1962 deed directeur Kuindersma, na ruggespraak met de oudercommissie en juf Tamsma, het verzoek aan het gemeentebestuur de openbare lagere school in Tzummarum te voorzien van de naam M.J. Tamsmaskoalle.
Van het plan die naam op haar verjaardag te onthullen, komt niets terecht, want ook toen maalden de ambtelijke molens traag.
Pas op18 juli gaat B&W akkoord.

Een hoogtepunt in haar carrière was ongetwijfeld de viering van haar 40-jarig jubiIeum op 31 oktobei 1975.
Ze werd door de kinderen van huis gehaald.
Een grote verrassing voor haar was het opspelden van een lintje door de burgemeester.
Ze mocht zich voortaan ridder in de orde van Oranje Nassau noemen.
In het Wapen van Barradeel werd een geweldig kinderfeest gehouden en 's avonds werd ze, door ouders en belangstellenden gefeliciteerd.
Op 28 april 1978, na ruim 47 jaar!! als onderwijzeres gediend te hebben, nam ze afscheid.
Vergeten werd ze, niet.
Toen op die druilerige ,23ste mei 1979 op het Terskerspaed een nieuw gebouw moest worden geopend, was het niet meer dan logisch dat haar die eer te beurt zou vallen.

Ze is nog jaren blijven wonen in de Westerbuorren.

Op haar 80ste verjaardag werd er nog een muzikale hulde gebracht.

Zolang ze kon, kwam ze tijdens speciale gelegenheden even kijken.

Toen het echt niet meer ging, verhuis de ze, naar Menaldum.

Na een kort ziekbed kwam er op 13 februari 2002 een eind aan een 'warber libben; een leven geleid vanuit haar trouw aan haar vrijzinnig christelijke levensovertuiging; een leven van dienstbaarheid en liefde zonder welk het leven voor haar niet mogelijk was.

namens de Nije M.J. Tamsmaskoalle,

H. Hageman.