De kerk te Pietersbierum.
In 1843 is de kerk te Pietersbierum afgebrand en in 1845 waarschijnlijk op de oude funderingen herbouwd;
ze bestaat uit een schip met een driedelig gesloten koor.
In weerwil van het feit, dat er bij besluit van paus Paulus IV in 1559 ook een bisschop te Leeuwarden aangesteld werd om de zich steeds uitbreidende Hervorming in Friesland te stuiten, gingen toch velen tot de Gereformeerde godsdienst over, waarbij omstreeks 1565 ook Sijltje Hettes, pastoor te Pietersbierum en Gijsbertus, pastoor te Wijnaldum.
De toren, die ter vervanging van de oude 1816 herbouwd werd, behield de toen aanwezige twee klokken; de ene daarvan had geen jaartal.
De grote klok bevatte het opschrift:
O dot Gij sijt een onweert gast.
Ghij compt alst u best past.
Leefde een yeder nae Godes woort. Hij zoude van de dot niet zijn verstort.
Hector Oenema tot Pietersbierum, Wijbe Sijnders administrateur van geestelijcke goederen.
Wijbe Pobesz dorpsrechter, Pieter Lamckes, Epo Hoijtzes, Tjalling van Camstra tot Lijauckama, Hendrik Wegewart goot mij in de stad Campen.
Edo Wijbes Temmerman heeft mij gelevert anno 1614.

Bij de brand van 1843 zijnde beide vroegere klokken verongelukt.
De nieuwe klok had tot opschrift:
Kerkvoogeden van Pietersbierum.
M.A.Hibma.
J.T.Hoogterp.
J.G.Zijlstra.
Ds. J.Bruining.
W. Faber, Secret.
Hergoten in het jaar 1878 door gebr.v.Bergen te Midwolda.
Bron; K.S.de Boer

Stichting tot Behoud Kerktoren Pietersbierum

De klokkenroof
In juli 1942 verschijnt er een verordening van Rijkscommissaris Seys-Inquart waarin wordt vermeld dat voorwerpen van diverse metalen, waaronder koper, brons etc. aangemeld moeten worden voor verwerking in de oorlogsindustrie.
Ook kerkklokken staan op deze lijst.

In de herfst van datzelfde jaar begint de grote klokkenroof. Zo’n 6500 klokken verdwijnen op deze manier uit Nederlandse kerktoren en carillons. Een onwezenlijke stilte valt zo over stad en land.

Dit weghalen staat onder leiding van een “Nederlander” P.J. Meulenberg, die vanaf die tijd Klokken-Peter werd genoemd. Om incidenten te voorkomen probeerde Klokken-Peter en zijn mannen s’nachts de klokken te verwijderen, dit lukte echter niet het moest overdag gebeuren. Dit had vaak het gevolg dat het publiek woedend maar machteloos stond toe te kijken.

De avond, voordat de klok uit de toren van Pietersbierum werd geroofd, hebben nog enkele mensen onderaan de toren gestaan en het plan overdacht om de klok te laten “verdwijnen”. Helaas wist men dit niet te verwezenlijken en zo werd het lot aanvaard.

Op 15 maart 1943 werd de klok uit de toren gehaald die daar sedert 1878 had gehangen nadat deze was aangeschaft na de grote brand van 1843. Eenmaal weggevoerd bleef zij weg en haar gemis werd dagelijks gevoeld. Wat overbleef was een toren zonder hart.

Maar wie met Gods Klokken schiet die wint de oorlog niet.

Voor enkele klokken werd in de oorlog “gratie” verleend, deze werden dan gemerkt met een M. Maar klokken-Peter was zo fanatiek dat hij ook deze klokken uit de torens verwijderde. Een enkele klok, bijvoorbeeld de Klok van Urk bleef gespaard omdat deze ook als M-klok werd aangemerkt. De verwijderde klokken werden veelal opgeslagen in Giethoorn en in Leerdam. Nederlandse instanties hadden bedongen dat toch zo veel mogelijk de M-klokken zouden worden gespaard.

In 1944, nadat de geallieerden in Normandie waren geland, kregen de Duitsers het benauwd en werd de opdracht gegeven nog zoveel mogelijk klokken om te laten smelten voor de oorlogsindustrie. Oktober 1944 werd de Klipper de “Op hoop van zegen” door de Duitsers gevorderd, om zoveel mogelijk klokken naar Duitsland te transporteren. Dit schip strandde op een zandbank. De Duitsers gaven Fa. Hoekman opdracht om het schip vlot te trekken.

De gebroeders Hoekman wisten van de lading en ook wat de bestemming was. Als goede vaderlanders wisten ze de actie te saboteren en het schip bleef liggen waar het lag. Eind juli 1945 begon men met het bergen van de lading. 226 klokken werden gered en de klokken gingen terug naar de rechtmatige eigenaren.

Na de oorlog gaf de Rijksinspectie voor de Kunstbescherming in samenwerking met het Rijksbureau voor Monumentenzorg aan aannemersbedrijf Jorritsma uit Bolsward opdracht voor het herplaatsen van alle teruggekeerde Friese klokken. Dit gebeurde in de periode mei 1945-mei 1946.

Helaas werd van de Pietersbierummer klok niets vernomen.

Pietersbierum was het enigste dorp in de gemeente Barradeel welke door middel van haar gemis aan een klok haar slaan niet kon laten horen in de rij der omringende klokken. Op 21 juni werd er een vergadering gehouden van dorpsgenoten, opgeroepen door de kerkvoogdij van de Ned. Hervormde gemeente van Pietersbierum, met als doel geld bijeen te zamelen voor de aanschaf van een nieuwe klok. Men vond dat met nu lang genoeg gewacht en gehoopt had op de terugkomst van de klok. Er was een fonds in het leven geroepen voor geroofde klokken, hieruit kon men een bedrag ontvangen van 2700 gulden, dit was natuurlijk te weinig voor de aanschaf van een klok. De Pietersbierummer gemeenschap moest een bedrag van 3000 gulden bijeen zien te krijgen.

Hiervoor wordt een commissie samengesteld uit de heren: J. van der Mei, J.D. Miedema, A.K. de Boer, J. Post en S.Hoekstra. Diverse acties worden er gedaan, rondsturen circulaires enveloppenacties, intekenlijsten. Ook burgers en buitenlui die niet onder de kerkgangers vielen werden aangeschreven. Men wilde wel gulle giften geven, maar dan moest de klok niet alleen voor de kerkgangers luiden, maar ook bij feestelijke gebeurtenissen als jubilea en trouwerijen. Met veel kleine en grote gaven, giften van een kwartje tot giften van 50 gulden, werd er zoveel mogelijk geld bijeen gesprokkeld. Het was moeilijk de oorlog was net voorbij. Vele mensen hadden weinig tot niets. Ook nabestaanden van overledenen, met een graf op het Pietersbierummer kerkhof en personen met grafrechten voor het hof, werden benaderd, zodat ook weer een klok kon luiden voor hun geliefden in hun laatste rustplaats. Dankzij grote inzet van velen werd het benodigde bedrag bijeengeschraapt. In de vergadering van 20 december 1948 wordt er besloten bij Fa. van Bergen Klokkengieterij te Heiligerlee een klok te bestellen van 850 kg doorsnede 109 cm en toon fis.

De spreuk die zal worden aangebracht is:

Ik lud oer goed en kwea
Bij libben en bij dea
Oanbean troch doarp en freonen Peaske 1949

Op 11 april 1949 kwam de Klok in Pietersbierum aan en werd in de toren gehangen en op 14 april voor het eerst geluid, door de 5 commissieleden die er voor hadden gezorgd, dat Pietersbierum weer een klok rijk was.

Burgemeester Duker sprak de volgende woorden, het deed hem buitengewoon sympathiek aan dat men elkaar had gevonden, uit allerlei richtingen, om het voor het dorp weer mogelijk te maken dat er een torenklok kon worden aangeschaft. Een torenklok speelt in het gemeenschapsleven zo een belangrijke rol. De vertolker van vreugde en droefheid van leven en dood. De spreker hoopt dan ook van harte, dat deze klok niet op een dergelijke wijze zal verdwijnen als met de vorige klokken is gebeurd.

Maar in november 2008 worden de inwoners van Pietersbierum geconfronteerd met een gapend gat in de toren. Er bleken wederom plannen gesmeed om de klok uit de toren te verwijderen om deze te laten luiden in Franeker. Wil deze stad dan toch zijn scheldnaam (Franeker Klokkedieven) eer aan doen.

Vele inwoners stuit dit tegen de borst, daar de klok indertijd met veel inzet en liefde is aangeschaft door de inwoners van Pietersbierum. Met het argument dat de klok in de toren niet meer luidt wordt geen genoegen genomen en er worden acties ondernomen om het weghalen te verijdelen. Gelukkig ziet ook het Franeker gemeentebestuur in dat een klok met zo’n historie moet blijven op de plek waar deze behoort en dat deze de mogelijkheid moet krijgen om ooit weer over Pietersbierum te luiden. De eigenaar van de klok, die ook inziet dat de klok van grote waarde voor de burgers is, biedt de klok voor een symbolisch bedrag aan.

Er wordt een stichting opgericht en wederom worden er plannen gesmeed om gelden binnen te halen voor het restaureren van klokkenstoel, uurwerk en toren. Dit zal nog menig zweetdruppeltje kosten, maar het geeft de Pietersbierummers een goed gevoel dat de klok voor het dorp behouden blijft.

Mocht u na het lezen van dit verhaal een bijdrage willen doneren, dan kan dat op rek.nr 104258462 tnv. Stichting tot Behoud Kerktoren Pietersbierum

Cath de Vries

bron: Eedse de Vries Pietersbierum.