Tekening van de Hervormde Kerk te Pietersbierum.
Ontwerp van T.Romijn. 1845.
(Deze toren is nooit gebouwd.)

Thomas Romein, stadsarchitect van Leeuwarden (1811-1881), maakte de ontwerptekening voor deze kerk.
Hij vervaardigde ondermeer ook Het Paleis van Justitie te Leeuwarden en de Grote Kerk van St.Jacobiparochie.
Romein maakte het ontwerp van het kerkje van Pietersbierum vanuit zijn functie als buitengewoon opzichter opzichter van Waterstaat en Openbare Werken in Friesland.
De kerken in de Neoclassistische stijl tot en met 1843 zijn ontstaan, worden daarom ook wel”Waterstaatskerken genoemd.
De kerk werd in 1845 opgetrokken uit baksteen, en is een zogenaamd eenbeukig kerkgebouw.
De kerk zelf bestaat uit een schip met een driezijdig gesloten koor.
Een geprofileerde waterlijst loopt als omlijsting om de rondboogvensters heen.
Op een gedenksteen, die aangebracht werd aan de linkerzijde van de kerkdeur, staat vermeld dat de eerste steen van het nieuwe kerkgebouw gelegd werd door Bonifacius van der Hear, 8 jaren oud, zoon van Hendrik Bonifacius vanm der Hear, Grietman van Barradeel.
Het kerkgebouw kent een gepleisterd interieur en bezit een gestucadord houten gewelf.
Een witte preekstoel met blauwe en gouden biezen domineert de kerk.
Zo’n preekstoel is iets bijzonders in Friesland, waar de meeste kansels van eikenhout vervaardigd zijn.
Een galerij in de kerk werd tijdens De Tweede Oorlog dichtgetimmerd ter besparing van brandstof.
Tegenwoordig heeft de kerk geen beschikking meer over het fraaie Van Dam orgel uit 1848, hetgeen orgelkenners beslist zullen betreuren want de akoestiek van de kerk is uitnemend.
De kerkvoogdij van de kerkelijke gemeente Sexbierum/Pietersbierum heeft zich na de samenvoeging in 1980 genoodzaakt gezien het orgel in 1985 te verkopen.
Het monument van orgelkunst werd gerestaureerd en in de kerk van Hoogkerk geplaatst, waar het sedertdien valt te beluisteren en te bewonderen.

Herbouw toren.
Pas op 7 april 1878 werd het restant van de oude toren te Pietersbierum afgebroken en kon er plaats gemaakt worden voor een nieuwe.
In het archief bevindt zich een contract, getekent op 3 Mei 1878, waarin de toenmalige kerkvoogden overeenkomen met Frans Braaksma, timmerman, aannemer te Suameer en zijn borg J.C. Kramer om een toren te bouwen voor de somma van 10.570 gulden.
Op 2 juli 1878 kon de eerste steen aan een neogotische toren gelegd worden door Meindert A.Hibma Jr.
De bouw van deze toren heeft nogal wat voeten in de aarde gehad, want het duurde niet minder dan 35 jaar voordat de toren van Pietersbierum uit de as herrees.
De kerkvoogdij was zelf aanvankelijk niet in staat om de kosten van de opbouw van de toren te dragen.
De wet uit 1798 die bepaalde dat alle torens aan de kerkgebouwen (met hun klokken) ouder dan het jaar 1798 eigendom van de burgerlijke gemeente waren, was hier niet van toepassing.
Dat kwam doordat het oude torentje uit 1816 stamde en bovendien op het kerkgebouw ruste.
Volgens een uitspraak van de Hoge Raad in 1847 was het torentje dan ook eigendom van de “Kerk”.