Ik heb Tjep voordat ik naar school ging wel gekend, toen hij naar school ging, hij ging hier naar school.
Hij was even oud als onze buurman Jacob v.d.Zee.
De twee andere dochters van Ploegstra, Djoke en Tjamke waren toen al lang getrouwd.
Djoke was getrouwd met een Dirk Kloosterman ik meende dat die in St.Anna woonden.
Dirk had een brandstofhandel als ik het wel heb.
Ze hebben geen kinderen gekregen.
Tjamkje haar man kwam van Minnertsga.
Híj was gardenier en handelde er ook wat bij, poterhandel in meest kleine maten.
Hij woonde de eerste jaren in Minnertsga, maar in 1933 woonden zij op de Noorder Hoeve, waar nu Jan S. de Vries, de piekemester woont.
In dat jaar hebben ze daar brand gehad.
De schuur is toen verloren gegaan, het voorste gedeelte is toen bewaard gebleven.
Dat is nu nog zoals het was.
De naam van die man, Gerrit Boersma, had ik niet genoemd, excuus hoor.
Ze hadden 2 kinderen een dochter Liefke en een zoon Piet.
Liefke woonde in Harlingen, haar man was slager Piet had in Tzummarum een transportbedrijf.
Hij was getrouwd met Hennie Postma, de oudste dochter van Hendrik Postma en Albertje Visser.
Na de brand is Boersma weer naar Minnertsga gegaan.
Hoelang ze daar nog gewoond hebben, weet ik niet maar hij is daar na een aantal jaren overleden.
Zijn vrouw is toen naar Tzummarum gegaan.
Zij woonde daar achter het spoorstation, vlakbij haar zoon Piet, die woonde toen in het huis, waar nu Feije Westra, de oudste zoon van Jurjen Westra woont, aan de Hearewei te Tzummarum.
Tjamkje is later ook nog in Nij Bethanië terecht gekomen.
Nu ga ik nog even terug naar de ouders, Piet Ploegstra en Liefke Lettinga. die hebben toen aan de zeedijk een nieuw huis met een houten schuur gebouwd, het was in de twintiger jaren.
Piet gebruikte ook wat land, bij het huis lagen 2 perceeltjes, samen 1 pondemaat, en waar nu de put is, had hij ook een paar pndm. en die 2½ pnnd. naast Reitsma, die later bij Pieter de Haan in huur was.
Hun zoon Tjepke en zijn vrouw Albertje Jansen, waren toen in het oude huis bij pake gaan wonen.
Albertje haar ouders woonden toen in een van die kamers aan de Hornestreek, die nu als tweede huis, in bezit is van een zekere Minnema, een lijstemaker uit Leeuwarden.

De familie van Tjitte Jansen werkte bij Klaas Doekes Oosterbaan, boer op de Noorderhoeve Jansen had 4 dochters, Minke, Albertje, Johanna en Pietje en 1 zoon Johannes, de laatste twee gingen hier naar school.
Hun buren in de andere kamer, was de familie Klaas Sieswerda en Sjoerdje, met 2 zoons Hendrik en Hidde.
Die kinderen staan allen op de schoolfoto.
Tjep en Albertje hebben 2 meisjes gekregen, Liesbet en Liefke, de eerste is later getrouwd met een Gerrit Wester uit Eernewoude, een bekende naam daar in die streek. <> De andere dochter is later ook getrouwd met Siemen van de Weij uit Dongjum, hij was verver van beroep.
Hij had hier ook klanten, van der Weg en de Zwagers en bij ons is hij ook wel eens geweest.
In Tzummarum deed hij het meeste schilderwerk ook.
Zij zijn in 1946 meen ik gretrouwd.
Siemen is nu al enkele jaren gepensioneerd, hij is, of hij wordt dit jaar 77.
Zijn vrouw was veel jonger, die is in 1925 geboren, de beide meisjes gingen hier op school.
Het is mij niet bekend waar deze twee families nu wonen.
Wester woonde in de laatste jaren in het midden van het land, dat kwam omdat ze een zoon hadden, die een gebrek had, die was daar op een soort school, waar getracht werd, zulke mensen toch wat te leren.
Wester heeft daar in de buurt werk gezocht, en toen zijn ze daar gaan wonen, dan konden zij hun zoon geregeld bezoeken.
Ze hadden buiten deze zoon nog 3 jongens meen ik, meisjes waren er niet.
Hoe dat nu is, of ze daar nog wonen, dat weet ik niet.
Het is wel mogelijk, dat ze weer in Eernewoude wonen, zeker weet ik het niet.
Siemen en Liefke hun oudste dochter Albertje, die getrouwd is met een Broekstra, woont nog in Tzummarum.
Nu ga ik weer terug naar Dijkshoek.
Toen ik al werkte bij Wierda, woonde op de Griene Dyk, naast Tjeerd de Jong, die ik al eerder noemde, een Jan v.d.Woude, met een vrouw Tet en een grote dochter Renske en een klein meisje Meintje.
Die mensen waren daar op een vreemde wijze terechtgekomen.
Op een dag kwam er een schip de Bildvaart in varen, en dat voer door, tot aan de Hornestreek.
Tet, die weduwe was, en Jan, die een stijf been had, hij was als knecht bij hen gekomen, en een wrak oud schip, dat kon zo niet doorgaan.
Ik denk dat de giemeente zich er mee bemoeid heeft, en dat ze zo in die kamer naast Tjeerd op de Griene Dyk zijn gekomen.
Tet had ook nog een getrouwde dochter, haar man was een Jochum Spiekstra, ze woonden op het Bildt, waar precies weet ik niet meer.
Jan en Renske kwamen toen beide bij Wierda te werken, zij gingen met ons ploegje mee te wieden.
Toen hadden ze weer onderdak, en er werd weer verdiend.
In Dijkshoek woonde toen ook de familie Jan de Groot, die was toen al weduwnaar, zijn oudste zoon Jan, is later getrouwd met Griet Buwalda, die ik ook al genoemd heb.
De tweede zoon Klaas is getrouwd met een vrouw uit Tzummarum, een van der Burg, familie van Douwe, Jan en Jacob van der Burg.
De derde zoon Willem is getrouwd met Boukje van Hein Postumus ook uit Dijkshoek.
Dan volgde er een dochter Trien, die was de huishoudster.
Dan volgde Kees, die is nu in Nij Bethanië in Tzummarum, zijn vrouw Anna Teades de vries is er overleden, zij kwam uit Minnertsga, ik denk niet dat er meer kinderen zijn, maar zeker weet ik het niet.
Dan volgde er een Geert, hij was van mijn lichting, we zijn samen voor de keuring geweest, hij werd afgkeurd.
Hij is getrouwd met een vrouw uit Oosterbierum, ze hebben een zoon gehad geloof ik, maar Geert is niet oud geworden, hij is al jaren dood.

Dan volgden Bouke en Piet, die gingen toen nog naar sehool, de eerste is getrouwd met een vrouw uit Ried, en hij heeft jaren in Wier gewoond, vlakbij het café.
Hij had twee dochters, één ervan is ziek geworden, en ze konden haar niet helpen.
De andere dochter, is de schoonmoeder van Terpstra, de houtkoper, die hier aan de vaart woont.
Piet de Groot, die is ook getrouwd, met de oudste dochter van Wop Leeuwen en Kee Faber.
Sietske die had 3 broers, Siebren, Rein en Douwe.
Kee was een zuster van de vader van Siebe Faber die hier nog woont.
Zij woonden toen, het was toen in 1917 in één van de kamers op de Griene Dyk waar Tjeerd de Jong en Jan v.d.Woude woonden, de eerste is toen verhuisd naar Oosterbaan op de Noorderhoeve, en v.d.Woude is naar Tzummarum gegaan.
De oude Jan de Groot, was toen al wat jaren gaan wonen, in dezelfde woning, waar de ouders van moeder woonden.
Jan was toen arbeider bij Hiemstra, op de plaats van Huizinga.
De oudste 3 jongens waren toen al getrouwd ik had nog wat vergeten, er was nog een dochter, de jongste van de ploeg van de Groot.
Zij heette Jantje, ze staat ook op de schoolfoto.

In die woningen aan de Dijkshoek hebben later nog verschillende gezinnen gewoond, o.a. Oebele Boomsma en Bouwine, met 1 zoon Hendrik en Tjerkje en Willemke, die gingen toen nog naar school, dan Jacobje, Brechje en Tetje.
Brechje is toen ze 19 jaar was, plotseling overleden, ze vonden haar dood op bed 's morgens, ze ligt hier op het kerhof met haar ouders, en haar zuster Willemke en haar man Ale Heeringa, die liggen hier, de oudste Jacobje is getrouwd met Hendrik Bouma, die zijn ouders waren als arbeider bij Oosterbaan gekomen in die jaren.
De jonge luitjes zijn toen op de Griene DYk gaan wonen.
Hendrik was altijd in het losse werk, met zijn vader en zijn broer Gerrit, bieten en aardappels aannemen , voor een vast bedrag.
Ze kregen toen na de tijd een dochter Gaatske die is, nadat ze eerst getrouwd was met Arjen Kaper, later met Siemon Miedema getrouwd.
Bij de eerste had ze een zoon Hans, en bij de laatste een dochter Kobie.
De oude Hendrik had nog een zoon Sipke en ook nog 3 dochters, de jongste Pietje ging met ons op sehool, de andere werkten al mee, deze beide zijn getrouwd, de eerste met Piet Meersma en de tweede met een Klaas, stille Klaas werd hij genoemd.
Ze woonden alle beide in Minnertstga, en hun broers Gerrit en Sipke ook.
De jongste Pietje was ook getrouwd, zij woonden in Berlikum, haar man was verzekeringsagent, zijn naam weet ik niet meer.
Gerrit en Sipke waren ook getrouwd.
De eerste is niet oud geworden, hij heeft in het sanatorium zijn vrouw verloren, en hoe het met hem zelf gegaan is weet ik ook niet, ik heb nooit meer iets van hem gehoord , of hij kinderen had, ik denk van niet.
Sipke, de jongste zoon, had wel een dochter.
Hij is ook al wat jaren dood, de laatste tijd kon hij niet meer werken, hij werd erg dik, hij is hier wel eens bij zijn omkezeggers, Siemen en Gaatske geweest, hij kon toen nog wel fietsen, maar later werd dat minder, hij is in het ziekenhuis terechtgekomen, en niet weer beter geworden.

Wat er met zijn vrouw en dochter gebeurd is weet ik niet, zijn vrouw was een dochter van Hendrik Visbeek en Metsie die vroeger hier in het dorp woonden, tot zo ver de familie Bouma en Boomsma.

Na de laatsten hebben in die twee kamers nog gewoond, Herke Tichelaar en Siebren Kuiken, en de laatste, voordat het verbouwd is, was Piet Bouma een bejaarde vrijgezel, naast deze heeft ook Hendrik Stapert er gewoond, deze is later het land in gegaan als ?
Siebren Kuiken was even eerder al verhuisd, waar voor hun, Tjepke Ploegstra, en nog eerder, deze zijn ouders woonden, naast het spul van Reitsma, haar man was huisknecht bij een grote mijnheer.
Z'n vrouw was ex-verpleegster, hij is toen voordien eens in het ziekenhuis geweest en zo heeft hij zijn vrouw gevonden, zij heette Joukje, zij hadden 1 dochter, die hier geboren is.
Joukje is later aan het sukkelen geraakt, en er werd hen toen aangeraden, op het zand te gaan wonen.
Het was in de 60er jaren, toen heb ik Hendrik nog eens gesproken, hij was hier omdat zijn moeder overleden was, zijn vader was aI veel eerder gestorven.
Hendrik had ook nog een zuster, die Teatske heette, die was getrouwd met Dirk Tiemens Dijkstra.
Die z'n ouders woonden toen in het huis aan de zeedijk wat Hiekemoei werd grenoemd.
Het was het eerste huis naar de Westhoek.
Tiemen werkte zelf bij Klaas Rens Westra en de kinderen, er waren nog 1 oudere broer Germ en 2 jongere, er was een Albert, en er is een zoon door een trap van een paard gestorven, zijn naam weet ik niet meer.
Dan waren er 3 dochters, Trien, die getrouwd was met Tjitte Keizer, de volgende Atsie, als ik het goed heb, die sukkelde toen al, drie was Jantje, die is later getrouwd met Siebe Popkes de Valk in Tzummarum.
Hij werkte aan de spoorlijn, toen het spoor hier nog reed, dat was juist voor de oorlog nog het geval.
Het goederenvervoer is nog lang doorgegaan, tot in het laatst van de 60er jaren.

We hebben geregeld aardappels, en ook wel rapen en bieten op het spoor gebracht.
Er kwamen tijdens de oorlog allemaal buitenlandse wagens hier naar toe, uit Italië, Franse, Belgische en Duitse en soms Slovakije.
De Nederlandse en Duitse die bleven soms weken wêg, die waren groter en beter onderhouden.
De Duitse wagens gingen eerst ook nog wel, maar die anderen waren meest een wrak zootje.
Op het laatst kwamen er haast geen goede meer, die werden in Duitsland vastgehouden.

Ik ga nu weer terug naar de familie Dijkstra, Siebe de Valk die met Jantje getrouwd was, is later verhuisd naar een wachtpost bij Deinum, overweg controleren en de bomen op en neer laten, wat ook wel eens door zijn vrouw werd gedaan.
Het is enkele dagen geleden, dat er in de krant een stukje stond over de wachtpost, Siebe die al lang penioen heeft, zou de geschiedenis van die post, waar hij ik denk wel 50 jaar heeft gewoond, op papier zetten.
Siebe had nog meer broers, de eerste die er op volgde, was Douwe, die was genoemd naar de vader van zijn vader.
Dat was een broer van mijn beppe.
Deze Douwe, broer van Siebe, was getrouwd met een zuster van Jantje.
Ze hebben eerst in Tzummarum gewoond.
Hij heeft toen een baan bij de LABO en later bij de FRAM in de garage gehad, als autowasser.
Wat er later gebeurd is, met zijn gezin weet ik nu niet, ze zijn al jaren niet meer in Tzummarum.
Dan was er ook een broer die Huite heette, die was nog ongetrouwd, toen hij bij zijn ouders thuis was, werkten ze met vader Popke in het losse werk, bij de boeren aardappels en bieten aannemen enz.
Zo hebben ze ook wel bij K.v.d.Weg gewerkt.
Huite is later naar Holland, ik meen naar Rotterdam gegaan, hoe dat nu allemaal zit weet ik niet.
In Tzumrnarum wonen er nog 2 broers, Jan de valk en Reino de Valk, de eerste is getrouwd met Jannigie Sjoukes Vogel, en de andere met Metje Harms Kolthof.
Er was ook nog een dochter, ik meen dat ze Renske heette.
Zij is getrouwd met een Deinema, zijn voornaam is mij niet meer bekend, is me ontschoten.
Ze kwamen toen te wonen aan de Mûntsedyk, daar werd een nieuwe stjelp gebouwd, en er kwam land bij, dat eigendom van zijn familie was, het was meest grasland, niet veel bouw.
Deinema heeft niet zo lang zelf geboerd, hij is toen ziek geworden, ze hadden toen al een knecht, die de zaak drijvende moest houden.
Er waren inmiddets ook al een paar dochtertjes geboren.
Deinema sukkelde echter door, hij is later overleden, en zijn vrouw en beide meisjes bleven achter.
Op aanraden van de familie Deinema is toen besloten, dat ze op het bedrijf zouden blijven.
Hoe lang dat geduurd heeft, weet ik niet, maar ik heb later gehoord dat Renske in Leeuwarden woont, en dat er 4 meisjes waren, ik meende van 2, en haar schoonzuster Rieka, de vrouw van Douwe, die is ook in Leeuwarden gaan wonen.