Foto: Harm Zaagsma

Februari
IT FLIET.

De straat it “Fliet”van tegenWoOrdig Is niet hetzelfde dan wat het vroeger was.
Bijgaande foto is it “Fliet” uit de tijd dat de dorpsvaart nog niet was gedempt, ongeveer 25 jaar terug.
Fliet of vliet past eigenlijk bij het water, vroeger was hier onze dorpsvaart, zoals de oude foto laat zien.
Op de voorgrond nog een oude gaslantaarn, het café “De Harmonie” en op de achtergrond nog een café het vroegere “stations koffiehuisi”.
De andere foto is van latere tijd aan de lantaarn te zien.
Wel zien we nog een stukjevran de mooie oude gevel van het huis bewoond door U. Schoelier.
Wat betreft it “Fliet” van tegenroordig, had het beter een andere naam kunnen hebben b.v. Doolhof, naar het land waarop gebouwd is.
Aan het oude Fliet stonden 8 huizen, waarbij er twee wat uitsprongen, die waren namelijk voorzien van een tamelijk hoge stoep, vaak “blauw zerken”.
Zulke huizen met een stoep werden vaak in vroegere dagen bewoond door “gegoede burgers”.
Eén van die huizen werd in en na de oorlog bewoond door W.Postma en voor die tijd door de weduwe van T.Fennema.
In de achtergevel van dit huis was een soortgelijk schip te zien, als men nu nog kan zien aan de àlde buorren bij ,v.d. Pijl en toen dit huis afgebroken is, is de gevelsteen waarschijnlijk naar het gemeentehuis gegaanen een aanwezig aantal blauwe tegeltjes biinnenshuis naar het Friesch Museum.
It “Fliet” was vroeger bereikbaar via het loopbruggetje “t Heech hout” en met paard en wagen langs “Achterom” enzo liep de straat “dood” op ’t kaatsland dat ‘s winters dienst deed als ijsbaan.
Dat laatste huis, een soort boerderijtje, werd in onze jeugd bewoond door Hein Postma (de voerman) en later ook door zijn zoon Rinze Postma en in de tussentijd G.Dorenbos, die met de gebroeders Dijkstra een veerd.enst had met de motorboot naar Leeuwarden.
Daarnaast woonde â1de Tsjomme Osinga, dat was echt iemand met een gebruiksaanwijzing en die het van de jeugd vaak moest ontgelden b.v. “rútsjetikjen” met een draad over de vaart, want bij die man was succes verzekerd.
Dan 2 huizen bewoond door werknemers van de boerderij Hoogterp, waar nu Durk Bakker Buorket.
Enkele van de huizen aan 't Fliet werden door twee gezinnen bewoond.
Zo woonde in het voorste deel fam. Durk Vis en achter een ander gezin.
Op het andere eind woonde Dirk Houtsma, daarnaast Wibe de Jong en Hantsje de Vries.
Dan de familie Bertus Gemser.
Dit overeen tak die wij kenden.
Nu nog iets over ’t Fliet in de 19e eeuw.
In het midden van de vorige eeuw kwam Hendrik Zaagsma vanuit Koudum en vestigde zich in Sexbierum als tinmerman – caféhouder (Harmonie).
Waarschi jnlijk werd het gebouw op het pleintje als timmerwinkel gebruikt .
17 mei 1862 werd de herberg weer verkocht voor f 4.000r-.
Zaagsma verhuisde toen naar ‘t Fliet en heeft daar een cichoreifabriek gehad.
Het is ons niet duidelijk geworden of het een al bestaande fabriek was, wel weten we van overlevering, dat er zo’n fabriek geweest is.
Het is bekend dat de cichorei, vooral in de vorige eeuw veel gebruikt werd ter vervanging van of aanvulling van koffie.
Ten tijde van de overheersing door Napoleon, was koffie schaars en duur.
In 1812 kostte nagemaakte koffie 6 stuivers per pond en cichorei 4 stuivers.
Voor die het niet weten; de groente witlof groeit op de cichorei wortel.
Uit de Leeuwarder Courant van de vorige eeuw (18OO - 19OO) wordt vele malen melding gemaakt van cichoreifabrieken, bijna overal, vooral in het noorden van Friesland, ook in onze omgeving.
Het moet heel zwaar werk zijn geweest om de wortels te oogsten, want deze moesten heel diep worden uitgegraven om de dunne uiteinden te behouden, die het meeste cichorei bevatten.
De Leeuward-er Couranrt vermeldt in 1872 over de cichorei, dat die het eerst in Friesland is gekweekt en bereid door een dominee in Warga (1770).
Die had en ig zaad gekregen en in zijn tuin gezaaid.
Hij sneed de wortel in stukjes en droogade hett op een stoof, brandde ze in de koekepan en maalde ze fijn in de koffiemolen.
Deze proef gelukte en het werd op groter schaal voortgezet.
Hij animeerde twee boeren, die op kerkeplaatsen woonden en geen huur konden betalen, om cichorei te verbouwen.
Noodgedwongen deden de boeren het en ds. Nieuwold bewerkte de opbrengst door een koffiebrander.
Een koopnan uit Leeuriarden kocht het voor 11 stuivers het pond.
Dat moedigde aan en zo werd in Huizum de eerste Friese cichoreifabriek opgericht door Gerbrand Sybrandi.
Het produkt werd geëxporteerd door heel Europa.
Wat een dominee aI kan te weeg brengen.

Maaart
Eerst nog iets over cichorei.
Toen we nog op de lagere school waren, kwam ik eens thuis met een aardrijkskundeboekje dat ik van meester had meegekregen.
In dat boekje kon men ook lezen, wat er in verschillende delen van ons land verbouwd werd.
Voor Friesland en vooral het noorden va Friesland stond er aangegeven aIs hoofdteelten in de la:ndbouw: cichorei en vlas.
Toen mijn vader dit onder ogen kreeg zei hij: “Dy skoalmasters komme in ein achteroan”. Toch schijnt de cichorei in de vorige eeuw een belangrijk produkt te zijn geweest.
In “stads en d'orpskroniek” van dr. G.A. Wumkes kon men lezen, dat W. ter Horst op oud Galileën in Leeuwarden een cichoreifabriek had waar 70 man werk vonden.
In 1814 waren er in Friesland 50 Ëesten (droogvloeren) en in 1871 reeds 231 en in 1881 neemt de stoomcichoreifabriek van Joh.Brouwers te Berlikum een fabrieksmerk aan.
We gaan nu weer terug naar it Fliet, waar de heer Hendrik Zaagsma zich had gevestigd en er een cichoreifabriek heeft gehad.
Tot hoelang die fabriek heeft bestaan, konden we niet achterhalenr maar wel is zeker, dat er later een houtzagerij is geweest van de heer Zaagsma (hoe kon het ook anders, met die naam).
Houtzagerijen waren er in die tijd nogal veel in Friesland en hoewel er ook toen veel hout werd ingevoerd, is het ook opvallend hoeveel bomen er in de vorige eeuw zijn gerooid en bij grote aantallen tegelijk zijn verkocht, nl. eiken, beuken, iepen, essen en wilgen, wat mogelijk ook verband hield met het feit, dat er in de vorige eeuw in Friesland zoveel is afgebroken aan stinzen, state’s en kastelenr waar dan tevens ook de vele lanen en bijbehorende singels mede ten offer vielen.
Bij ons is alleen het poortgebouw van Liauckema en de singel overgebleven, maar ook daar zíjn de laatste tijd veel oude bomen gerooid.
Een groot verschil is er met de afbraak en sloop van tegenwoordig en voeger.
Vroeger werd veel materiaal van sloop afkonistig, weer verkocht en gebruikt, wat met de tegenwoordige methoden (b.v. buldozers) niet meer mogelijk is.
Wat de houtzagerij aan it Fliet betreft, heb ik van “overlevering”, dat de boomstammen door de vaart werden aangevoerd en op it Fliet aangekomen, met kettingen door de steeg naar de fabriek werden gesleept, waar een stoommachine was geplaatst.
De stoommachine was vanaf de 18-de eeuw een concurrent geworden vande windmolen.
In de 16-de eeuw werd alle zaagwerk nog met hand en mankracht gedaan.
Toen kwamen er de houtzaagmolens,die zoals bekend is lange tijd het beeld hebben bepaald van b.v. de Zaanstreek in Noord Holland.
Maar ook in Friesland zijn veel houtzaagmolens geweest.
Oud wordt soms nieuw ( krijgen we de windmolens weer terug in onze omgeving?)
Wat de houtzagerïij aan it Fliet betreft: volgens R.Zaagsma was er te weinig werk voor de machine.
Het kostte n1. nogal veel tijd en brandstof om de machine onder “stoom” te krijgen.
Wat de fam. Zaagsma betreft, de heer Hendrik Zaagsma woonde in één van de huizen aanit Fliet en later zijn zoon Roelof, welke de timmerzaak van zijn vader overnam.
Deze had een groot gezin.
De oud-ste zoons emigreerden alle naar Amerika en alleen de jongste, Petrus, was bereid de zaak van zijn vader over te nemen.
R.Zaagsma sr. bouwde een huís op de Terp, een blok van 4 woningen en ging zelf in één van de 4 wonen.
Petrus, die de zaak had overgenomen, bouwde daar eerst een timmerwinkel en verhuisde al het aan it Fliet aanwezige materiaal naar de nieuwe timmerwinkel op de Terp en toen alles was overgebracht, was alle aanwezige ruimte zo propvol, dat de deur nog maar met moeite dicht kon en die bleef ook enkele jaren dicht, want Petrus moest in militaire dienst bij de cavelarie en toen de diensttijd van 18 maanden om waren, brak de oorlog 1914 - 1918 uit en tot zo lang moest Petrus in dienst blijven.
Na die tijd, 5½ jaar later, kon hij dan eindelijk voor zichzelf beginnen.
Hier willen we ons verhaal over,'t Fliet beeindigen.
Hoewel je weet dat je nooit alles bij het oude kunt laten en dat er telkens weer afbraak en nieuwbouw zal wezen, toch als je dan weer oude foto’s ziet zoals b.v. van it Fliet, dan merk je dat er weer een deel van het karakteristieke van ons dorp is verdwenen.
Wat is de Sin fan ús libben en wat is bij einbslút foar eltsenien de SIN der fan? Wa ‘t in antwurd op dizze fraech wit, dy Leauwt.

K.Hibma