In de nacht van 29 op 30 nov. is het zodenhuis te Firdgum deels ingestort, de oorzaak is nog onbekend red.
Zodenhuis van Firdgum deels ingestort
Erik Betten
Firdgum Na nog een nacht met regen werd de last voor de uit plaggen opgetrokken muren van het zodenhuis in Firdgum te zwaar.
In de vroege ochtend van afgelopen zaterdag begaf eerst een deel van de noordwand het, waarna het gewicht van het dak de tegenoverliggende zuidwand omver drukte.
Tenminste, dat is de voorlopige conclusie van initiatiefnemer en bouwer Daniël Postma.
De Groninger archeoloog promoveert op het onderwerp van de huizenbouw met plaggen op de Friese terpen in de vroege middeleeuwen.
Hij werd zaterdagochtend gebeld en ging meteen kijken.
,,De muren waren heel vochtig. Ik ga er nu dan ook vanuit dat het probleem zat binnenin die muur, want aan de buitenkant was nog niets te zien.”
Postma stelt voorop dat hij blij is dat er niemand in het zodenhuis was toen de wand het begaf. En ook al is het vanuit zijn perspectief als onderzoeker zeker ook interessant wát er nu precies misging, in de eerste plaats baalt hij van wat er is gebeurd.
,,We waren optimistisch. Het gebouw stond er goed voor, dachten we.
De problemen die we tegenkwamen, waren goed zichtbaar.
Zo is onlangs nog een reparatie aan het dak gedaan.
Dat soort dingen kondigden zich min of meer aan, zodat we er goed op konden reageren.”
De instorting van zaterdag komt dan ook als een verrassing, zeker gezien de opmerkelijk goede conditie van het zodenhuis na de storm van begin november.
,,Toen was er eigenlijk nauwelijks iets aan de hand. Het dak bleek vrijwel waterdicht.
Nadien hebben we nog wat harder gestookt, binnenin, om de muren zo goed mogelijk droog te maken.”
Toch lijkt het vele vocht van de afgelopen dagen de constructie te veel te zijn geworden. ,,Daar lijkt het wel op.
Ook omdat de noordkant als eerste ging, en daar is het meeste van de regen tegenaan gevallen.”
De grootste strop heeft de Yeb Hettinga Skoalle.
Het museum nam de voltooide reconstructie van het middeleeuwse zodenhuis over van Postma en had er een enorme bezoekerstoename aan te danken. ,,Ineens kwamen er hele groepen op bezoek”, aldus Postma. ,,Ook voor volgend jaar hebben zich al schoolklassen gemeld.”
Toekomst
De grote vraag is nu wat er met het zodenhuis moet gebeuren.
Postma was de drijvende kracht achter de bouw, maar heeft zijn tijd nu nodig om zijn proefschrift daarover uit te werken.
Een herbouw is bovendien een kostbare zaak, waarvoor nieuwe fondsen gevonden moeten worden. ,,Eerst moeten we kijken of we het afdekken, en hoe dan. En hoe we de schade van nu documenteren.”
Dat laatste is van belang, want ook het instorten is een heel relevant onderdeel van het hele archeologische experiment. ,,Bij eerdere experimenten is dat ook gebleken: instortingen of branden leren ons een hoop over de manier waarop een gebouw zich houdt.”
Postma heeft over het zodenhuis net een publieksboek afgerond, maar het instorten en zijn eerste bevindingen daarover kunnen daar nog net in worden meegenomen.
Een gelukje, maar toch had de archeoloog het na het harde werken van hem en de tientallen vrijwilligers in het afgelopen jaar liever anders gezien. ,,De teleurstelling overheerst.”
Friesch Dagblad 02-12-2013.