In juli 1955 ging een langverwachte wens van spelers en bestuur in vervulling: de voetbalvereniging kreeg de beschikking over een eigen kleedgelegenheid aangeboden van burgemeester en wethouders.
Het ging om een noodwoning die daarvoor werd gebruikt als werklozenkeet.
Vrijwilligers o.l.v. H. Bruinsma zorgden ervoor dat de keet op de bestemde plaats bij het voetbalveld kwam te staan door de keet af te breken, te verplaatsen en weer op te bouwen.
Dit gebeurde in de avonduren bij petroleumlicht.
Als het petroleumlicht uitwaaide, dan stond D. Zwager met zijn motor paraat om de werkzaamheden bij te lichten.

De verrichtingen van het eerste elftal in competitieverband bleven afwisselend van niveau.
Zo promoveerde Tzummarum in 1955 weer naar de 2e klas om in 1957 weer te degraderen.
Dat was echter voor een groot deel te wijten aan het feit dat een aantal jongeren midden in het seizoen het elftal moesten verlaten wegens militaire dienst.