Uit: Fan Fryske Groun juni 1983

REPRIMANDE.

Tzummarum-4 is niet zichtbaar aangeslagen.
Zo nu en dan krijgt men de geest, maar ook een schroeiend schot van Johannes Broekstra wordt door de Blauw-Wit keeper opgevangen.
De Tzummarumer loopt met de keeper mee naar voren, maar krijgt daarvoor een reprimande plus een gratis uitleg van de scheidsrechter, die tevens de secretaris van de voetbalclub Tzummarum is en onmisbaar volgens een ieder.
”U mag absoluut niet meelopen met de doelman.
Of staan blijven of weglopen,” onderwijst hij.
Even later fluit hij de wedstrijd af.
Iedereen maakt aanstalten het veld te verlaten, maar daarop zegt de referee: “Sorry hoor!”
Het blijkt dat de rust een kwartier te vroeg dreigde te beginnen.
Vlak voor rust onderneemt Gerrit de Koning een solo-actie, die hij afrondt met een heel mooi doelpunt.
Het is 1-1. Age de Lange zegt van deze goalgetter: “Die kan nog wel in het eerste, maar hij heeft geen lucht meer.
En Johannes Broekstra, die kan ook schieten, van die afstandsschoten, net een soort barbatruc.”

RUST.
De rust word gebruikt voor een kop[je thee en natuurlijk zo’n lekker sigaretje in de tweede helft trekt het hele elftal zich terug in de verdediging.
Bij een van de spaarzame aanvallen blesseert Gerrit de Koning zijn teen.
Hij kreupelt.
Slechts één keer vergeet hij zijn blessure en rent kwiek achter de bal aan, maar dan gaat het toch echt pijn doen en laat hij zich vervangen,
Toevallig kan dat, deze zaterdag.
De doelpunten zijn op.
De eerste die fris gedoucht de kantine binnenstapt, is uiteraard de uitgevallen Gerrit de Koning, 29 jaar en landbouwer van beroep.
Hij trekt nog een beetje met zijn voet.
“Heb ik al eens eerder gehad, werd-ie helemaal blauw en dik.
Gerrit de Koning begon als jeugdlid bij Tzummarum en bracht het tot het eerste elftal, maar door zijn werk ontbrak het hem aan tijd voor de broodnodige trainingen.
“Dit jaar heb ik ook nog niet veel gevoetbald.
In de herfst heb ik eigenlijk nooit tijd, maar maadagsavonds en zo nu en dan eens op zaterdagmiddag ben ik toch nog een beetje bezig.
Ik rook nogal en beetje en een beetje meer lucht is mooi.
Ik probeer er trouwens zo lang mogelijk mee door te gaan, want ik mag het verrekt graag doen.
Als we met dit ploegje een beetje doorgaan, worden we vanzelf met elkaar een veteranenelftal.
En als we dan zo voetballen als we nu doen, staan we vast nog wel eens bovenaan”’
Is dat winnen dan toch belangrijk?
“Nee,” antwoord Gerrit “het gaat echt om het voetballen.
Je wilt natuurlijk wel graag winnen, maar dat moet wel lukken.
Winnen is altijd mooier dan verliezen.”
“Maar verliezen begint wél te wennen.”
Zeg ik. Gerrit lacht. “Ja,” zegt hij.