Op deze foto is nog maar net te zien dat hij in Tzummarum is genomen.
Rechts op de achtergrond is een gedeelte van de gasfabriek “Barradeel” te zien.
Helemaal rechts staat de nu nog bestaande directeurswoning en iets naar links een gasketel.

Op de voorgrond van de foto uit ongeveer 1920 zijn er activiteiten te zien rond een behoorlijke hoeveelheid flink gevulde zakken, die zijn opgestapeld in de nabijheid van een aantal goederen wagons.

De foto is een zeldzame weergave van werkzaamheden die verband hielden met het bestaan van een veiling of afslag in Tzummarum.
Het terrein dat op de foto is afgebeeld heeft dan ook nog heel lang de naam “De Afslag”behouden.
De situatie ter plekke bleef ook nog lang duidelijk de sporen van de afslag vertonen, totdat de dorpsuitbreiding ten noorden van de dorpsvaart in latere jaren daar een einde aan maakte.
Na de aanleg van de spoorlijn van Leeuwarden naar Harlingen via Tzummarum eind 1902 kwam er in meerdere dorpen de gedachte op om deze nieuwe vervoersmogelijkheid ook te benutten voor het vervoer van landbouwproducten, in de eerste plaats voor (pootaardappelen) Berlikum was de eerste plaats waar deze gedachten werden gerealiseerd.

Op 7 januari 1904 kwamen er op initiatief van de heer S.Rijpma een tiental belangstellenden bijeen om in Tzummarum een veilingvereniging op te richten.
S. Rijpma vormde vervolgens samen met Willem Koning en Klaas J. Rienks een commissie om de vereniging verder vorm te geven.
Op 20 januari 1904 volgde de oprichtingsvergadering in het cafe van J.Miedema waar zich meteen 66 leden opgaven als lid van de “Veilingvereniging Tzummarum e.o.”
Het eerste bestuur bestond uit de heren S.Rijpma, A.Marra, J.Bruinsma, H.Blanksma, K.Bierma, B.v.d.Weg en K.J.Rienks.
Johannes de Beer werd benoemd tot beheerder, oproeper werd Jouke Veenstra en marktmeester werd A.Ozinga.
Jouke Veenstra bleef 27 jaar oproeper op de veiling tot en met het jaar 1930.
Johannes de Beer was nog langer beheerder. Pas in 1933 bedankte hij voor zijn functie, die hij toen 29 jaar had uitgeoefend.
Hij was toen 84 jaar oud.
Ook sommige bestuursleden van de veilingvereniging bleken zeer trouw.
Minne Hiddinga was bijvoorbeeld penningmeester van 1904 tot 1939.
Vanaf het eerste begin werden de veilingen op het terrein wat later bekend kwam te staan onder de naam “de Afslag”.
De allereerste veiling vond plaats op 27 juni 1904; de eerste keer bedroeg de totale aanvoer 240 halve hectoliters.
Er werd handel gedreven in de aardappelrassen “Muizen-Borgers en Geeltjes”.

Na dat eerste begin werd het gebruikelijk dat er meestal twee weeks veiling was, in de periode van eind juni tot in augustus.
Later werden er ook wel andere gewassen verhandeld zoals rapen en wortelen.

Aardappelen bleven steeds het belangrijkste verhandelde product.
In de jaren tot de Eerste Wereldoorlog schommelde de aanvoer tussen de 7000 en 11000 manden per jaar.
In de jaren 1914 tot en met 1918 schoot de aanvoer omhoog; topjaar werd het jaar 1918 toen er 32.273 manden werden verhandeld met een waarde van f.177.301,-.
Het aantal leden vond zijn maximum in de jaren ’20 toen er meer dan 200, meest kleine landbouwers/gardeniers, bij de veiling waren aangesloten.

Jacob Lautenbach.