Een hedendaagse kop-hals-rompboerderij.

Door Symen Kingma
Er is nog hoop voor de toekomst van de Friese kop-hals-rompboerderij, en vooral voor de 'kop', zoals blijkt aan de Hoarnestreek benoorden Tzummarum.
Daar wonen op Atsma Sathe Willem en Marijke Wassenaar in een nieuw voorhuis (de kop), dat is uitgerust met alle comfort van de hedendaagse woning.
Op het historische aanzien van dit boerenbedrijf heeft de nieuwbouw nauwelijks een nadelig effect gehad en dat is goed nieuws voor ieder, die de gestage teloorgang van de aloude Friese boerderijtypes aan het hart gaat.

Gelukkig wordt menig statig boerenbedrijf overgenomen door ondernemers die de grote ruimte achter de woningen beroepsmatig kunnen gebruiken, maar het onderhoudsaspect ven de gebouwen begint steeds zwaarder te drukken.
Dat geldt niet minder voor de boer. De Wassenaars aan de Hoarnestreek pachten de boerderij van de Stichting Bonnema, Fopma-Elzinga, die wordt beheerd door notaris mr. J. de Jong uit Franeker.
Het vorige woonhuis werd omstreeks 1910 gebouwd, met zichtbare invloeden van de Jugendstil.
Marijke Wassenaar heeft er korte tijd in gewoond en hoewel het woongedeelte zijn bijzondere charme had, waren de nadelen groter.
De bouwkundige toestand was niet best, er tredenverzakkingen en derhalve lekkages op.
Bovendien was het comfort matig.
Toen de nieuwe, jonge pachters het bedrijf van Wassenaar senior overnamen, besloot de stichting een nieuw voorhuis te bouwen.

Herinneringen

Architect ir. Piet Timans in Ried tekende een bouwplan, waarin de stijl van de oude woning was terug te vinden.
Maar uiteindelijk viel de keuze op een ontwerp, dat duidelijk herinneringen op roept aan de oorspronkelijke vorm van de woongedeelten van het kop-hals-romp-type.
Een opvallend verschil is de serre, die buiten de rooilijn uitsteekt.
Toen de nieuwe pachters toch hun wensen kenbaar mochten maken, koos Marijke Wassenaar voor de serre omdat ze dit deel van de woonvertrekken leerde waarderen in het oude huis.
Het blijkt ook nu de favoriete plaats, als de familie er haar gemak van neemt.
Piet Timans heeft in zijn ontwerp gebruik gemaakt van de glastegel, aan de buitenkant bij de ingang, en aan de voorzijde bij de serre, als luchtige onderbreking van een brede gevel.
De toegang tot de woning is ingrijpend veranderd.
Dat ging ten koste van een voetgangersbruggetje over de sloot, die tussen de boerderij en de Hoarnestreek loopt.
Een dam, breed genoeg voor een auto, vervangt nu de romantische oeververbinding.
De garage is in het woonhuis weggebouwd.
Dat kon gemakkelijk omdat er genoeg leefruimte overbleef.

Primeur

De lichtschepping in het trappenhuis is ongetwijfeld een primeur voor een Friese boerderij.
Vroeger werd niet of nauwelijks rekening gehouden met de lichtinval.
Het was voldoende dat de keuken aan de noordkant lag, zodat de melk, bij ontstentenis van een koelkast, langer goed bleef.
Vanuit het wijde land bij de Waddenzee rijst Atsma Sathe voornaam op, als een drievoudige piramide: de grote schuur, het lagere woonhuis en de weer kleinere serre.
Als de boeren en boerinnen besluiten om hun oude woonhuizen af te breken en te vervangen, dan staat aan de Hoarnestreek een voorbeeld, waarmee het karakter van het Friese platteland sterker behouden bliift dan met de bungalow of de onpersoonlijke woning met wolfskap en vrijstaande bedrijfsruimte, die helaas terrein blijft winnen.

LC 16-03-1992