EINDELIJK ERKENNING FRIES-HOLLANDSRUNDVEE STAMBOEK

Door Willem Stegenga
Tzummarum – Tien jaar na de oprichting is het het Fries- Hollands Rundvee Stamboek gelukt officieel te worden erkend door het ministerie van landbouw, natuurbeheer en visserij.
Die status is niet het streven geweest van het FHRS, zegt Anne Oosterbaan uit Tzummarum, een van de mannen van het eerste uur.
Het officiële tintje werd echter in dank aanvaard.
Nu kan namelijk de jacht op de schat beginnen.
Het FHRS vindt dat het nog altijd een forse vordering heeft op het op het Landbouwschap.
Een miljoen? Oosterbaan noemt geen bedragen, maar het loopt in de tonnen, zo bevestigd hij.

Het FHRS zetelt in een kantoor in de Frieslandhal.
De leden zitten verspreid over het hele land, tot in Limburg toe, maar straks als het agrarisch zakencentrum op en bij de Frieslandhal een feit zal zijn, zal het FRHS daar ook deel van uitmaken.
Op zich al een reden om bij het Landbouwschap aan te kloppen.

Dit stamboek is ontstaan naast de grote rundveesyndicaten als FRS en NRS.
Alternatieven, dissidenten, doorgewinterde dwarsliggers, Oosterbaan voelt er niks voor om als zodanig de geschiedenis van de rundveefokkerij in te gaan.
Mensen die hun eigen weg willen gaan, boeren vooral die een grote mate van vrijheid op hoge prijs stellen.
Zij willen zelf hun doel bepalen en hun weg uitstippelen.
Directies en besturen van syndicaten zijn dan al gauw hinderlijk.
Papieren rompslomp wordt dan al gauw als belemmerend ervaren.
Daar gaat het om.

Oosterbaan kan ergens op terug vallen.
Hij is een buitenbeentje in agrarisch Nederland.
Ooit fokker van de hoogst gewaardeerde stier in ons land – Nuboxer Verwachting -, ooit inzender van negen koeien met een 1A prijs op een FRS keuring in Leeuwarden, stichter van het stamboek voor zwartbles-schapen, herontdekker van het blauwgrijze Texelse schaap, kweker van tulpenrassen die op de landelijke tentoonstelling Lisse zo opvielen dat ze op de cover van de catalogus kwamen, voor het eerst met een Fries paard naar de keuring in Blauhuis en meteen een kampioenslint en wellicht binnenkort de eigenaar van een zelf ontworpen pauwenras.

Aa banden

Oosterbaan en de zijnen begonnen zich te roeren, toen de grote rundveesyndicaten hun inziens de fokkerij te veel aan banden wilden leggen.
De fokkers mochten op een gegeven moment noch slechts vijfhonderd doses sperma van hun eigen stieren invriezen en die slechts voor hun eigen veestapel gebruiken.
De rest moest komen van de syndicaatstieren.
,,Wij hebben delegaties afgevaardigd van mensen die niet van afscheiding willen weten.
Als het overleg was afgelopen waren ze echter genezen”, aldus Oosterbaan,,Er kwam verzet.
Wij vonden dat er veel te dictatoraal werd opgetreden.
Het gevolg was dat er een aparte k.i.- vereniging kwam die van Kampen.
Daar gingen onze stieren naar toe .
De melkcontrole vereniging Nijland werd opgericht en naderhand ook het FHRS.
Bij de bestaande organisaties kwam alles in één hand: k.i.,melkcontrole en stamboek.
Men controleert dus zichzelf.
Dat kan nooit goed zijn.
,,Even een voorbeeld: de k.i. heeft duur sperma van een Amerikaanse stier aangeschaft en nu blijkt dat daar geen animo voor is, of dat die stier tegenvalt.
Dat sperma loopt niet en dus wordt het op een of andere manier op de markt gebracht.
De k.i. schrijft haar eigen rapporten, daar is geen controle op”.

Visie of geluk.

Of het visie is geweest, of geluk, Oosterbaan laat het in het midden.
Feit is volgens hem dat de Europese commissie nu heeft afgekondigd dat die syndicaten uit elkaar moeten worden gehaald om kartelvorming tegen te gaan.

Oosterbaan; Wij hoeven dat niet te doen, wij zijn nooit gekoppeld.
Kennelijk heeft daar nooit iemand bij stilgestaan”.

Achteraf zegt hij dat hij meer onrust had kunnen veroorzaken als hij destijds heeft gedaan met het opstarten van het FHRS.
Samenvoegen van k.i. en stamboek was het huwelijk van een coöperatie in opbouw en dus met schulden (k.i.) Met een vereniging die ruim in de slappe was zat (het stamboek).
,,De leden hadden dat niet door.
Er speelden ook allerlei belangen door elkaar en er lagen tal van kruisverbanden.
Fris was het niet , maar het werd gedekt met de mantel der liefde.
Wat ook mee speelde was dat de fokkerij van Fries-Hollands vee er onderdoor zou gaan.
Alles werd gezet op de Amerikaanse importen.
Wij wilden juist promotie van het FH-ras”.
Ongeveer vierhonderd leden telt het FHRS nu.
Geen grote club, maar wel eentje die langzaam groeit, terwijl het aantal veehouders in Nederland jaarlijks met 3 procent afneemt.
De tegenwerking van de rundveesyndicaten was aanvankelijk groot.
Actie lokt reactie uit en jarenlang hebben beide partijen elkaar het leven zuur gemaakt.
De laatste tijd is er rust.
Zelfs vormen van samenwerking doemen op
Het FRHS moet apart blijven en er vooral voor zorgen niet te veel in het grote circuit te worden opgenomen, want voordat je het weet zit je in commissies die beslissingen nemen die je vrijheid beperken.
Het FHRS is als de dood vaaor dat laatste.

Dat streven heeft er ook toe geleid dat niet alleen de fokkers van het FH-ras lid van de club zijn, maar ook fokkers van Holstein-Friesians.
FH staat echter hoog in het vaandel: goed ontwikkelde koeien, flink van postuur, veel melk, een flinke bespiering, een eiwitgehalte dat minstens 10 procent boven het landelijk gemiddelde ligt en kalveren die voor de mesterij leuk wat meer opbrengen dan die van de doorsnee boeren.
Oosterbaan: ,,Wij maken geen reclame.
Wij zorgen er alleen voor dat de fokkerij een breed fundament heeft door het in stand houden van veel bloedlijnen.
Je hoort daar weinig over, maar stiertjes van onze fokkers gaan soms naar FRS- leden, die ze gebruiken voor hun pinken”.

Export

Het FRHS voert zijn eigen export politiek.
Ierland is een land dat vrij veel FH-dieren importeert, zelfs stieren.
De toenemende samenwerking met het MRS zal er toe leiden dat er straks een landelijk exportcertificaat komt.
Het FHRS wil alleen dat zijn vignet daar op zal staan als het om dieren van eigen leden gaat.
Dat gebeurt.
Het FHRS komt straks ook op de computer van het NIS, waar alle stamboeken op komen.
Na tien jaar strijd ligt er een redelijke vorm van harmonie in het verschiet.
Het FHRS handhaaft echter naast het oormerk de schets.
Oosterbaan tot slot: ,,Als wij een barriére zien gaan wij uit van de overwinning.
De tijdsduur is niet van belang”.
Anne Oosterbaan: ,,Wij zijn geen doorgewinterde dwarsliggers.” Foto LC/ Wietse Landman
25-05-1993