Buorren

Deze ansichtkaart uit 1903 is één van de oudste beelden van het dorp Tzummarum.
De kaart laat bovendien zien hoe ingrijpend het aanzien van Tzummarum in deze eeuw is veranderd: vrijvel niemand zal meer zien welk stukje Tzummarum op de foto is afgebeeld.

Om met dat laatste te beginnen: de foto is genomen vanuit de Buorren, bij Fongers, en laat de weg naar Minnertsga zien.
De houten brug op de foto overbrugt de "Ald Haven", die van links naar rechts over de foto loopt.
De brug stamt uit 1861 toen de weg naar Minnertsga werd aangelegd.
Vóór 1861 was hier slechts een ”tiltsje" om doorgang te verlenen aan de twee huisgezinnen die ten oosten van de "Ald Haven" woonden.
Om vanuit Tzummarum in Minnertsga te komen moest men tot 1861 via de Hearewei en Firdgum.
Van 1861 tot 1903 was er deze houten brug over de “Ald Haven".
In 1904 werd de houten brug vervangen door een brug met ijzeren leuningen.

De "Ald Haven" liep vanaf de Minnertsgaaster vaart tot aan de boerderij, waar Sjoerd Terpstra als laatste boer was.
De naam "Ald Haven" werd al rond het jaar 1700 gebruikt.
De naam duidt erop dat er toen al blijkbaar een nieuwe haven was.
Dat zal de Kade aan de westkant van het dorp zijn geweest.
Wanneer het scheepvaartverkeer van de "Ald Haven" naar de Kade is verplaatst, valt niet met zekerheid te zeggen.
Zeker is dus nel dat dat niet later dan ergens in de l7e eeuw is gebeurd.

Achter de bomen rechts achter de brug was de Tzummarumer Ooft- en Groentetuin gevestigd.
Deze was tegen het einde van de 19e eeuw gesticht door Willem Koning.
Deze tuin werd "Koning's tún" en later "Vogels tún “genoemd en maakt nu onderdeel uit van het Recreatiecentrum Barradeel.
De percelen van "Koning's tún" zijn al heel lang boomgaard geweest.
In 1832 was de timmerman Jetse Jeltes Postumus eigenaar van deze percelen en was er al een boomgaard.
Aardig om nog te vermelden is dat deze percelen als geheel in de volksmond een naam hadden, zoals erg veel stukken land trouwens.
De naam voor deze percelen was: De Bargekop.

Op de foto is rechts een paal met bovenin een vierkant te zien.
In dat vierkant werd 's avonds een petroleumlamp geplaatst, als straatverlichting.
Vooral met het oog op het water zo vlakbij, werd het dorp bij nacht dan toch enigszins verlicht.
In I911 kwamen hiervoor gaslantaarns in de plaats.

Links op de foto is een jongen met een fiets te zien.
Dat moet vel een bijzonder bevoorrecht iemand zijn geweest!
In die tijd begin van deze eeuw – waren er nog weinig fietsen en zeker voor kinderen varen fietsen toen een uitermate Iuxe artikel .

Misschien is de jongen met de fiets wel getuige geweest van de eerste fietswedstrijden in Tzummarum.
In 1899 was er namelijk in Tzummarum een “wielerclub” opgericht.
De Franeker Courant van I oktober 1899 verrneldt: "Eenige liefhebbers van wielrijden achtten het wenschelijk alhier een wielerclub op te richten.
Eene vergadering, daartoe door hen opgeroepen, had het gewenschte succes.
Achttien personen sloten zich als club aan.
Ofschoon dit een goed begin is, hopen wij dat dit getal binnenkort verdubbeld za1 zijn.
Tot bestuurders werden gekozen de heeren: P.Douma, voorzitter; A.Miedema, secretaris; Joh. de Beer, penningmeester; S . Wiersma en M. Keuning" .
De wielerclub kreeg als naam "Cordang".
Blijkbaar volgden de Tzummarumer fietsers de internationale wedstrijden, want Cordang was de naam van een rond de eeuwwisseling bekende Belgische hardfietser.
Onze wielerclub organiseerde vervolgens wedstrijden " in september van het jaar 1900 bijvoorbeeld een ringrijderij op fietsen.
Prijswinnaars waren: Marten Keuning {een barometer), J.Tuinhof (een rookstel) en W.Heeringa (een inkstel).
In augustus 1901 was er een wielerwedstrijd waarbij de eerste prijs (een grote zilveren medaille) en de tweede prijs (een kleine zilveren medaille) werden gewonnen door twee heren uit Leeuwarden; de derde prijs (twee gulden)was voor Tjitte Dronrijp uit Tzummarum.

Jacob Lautenbach