Uit het dorpskrantje April 2010.
Een nieuwe straatnaam in Tzummarum “Vogels Tùn”.

In een vergadering van de Ver.v. Dorpsbelang werd besloten om een nieuwe naam te bedenken voor de straat die loopt van de Buorren langs de Sporthal naar de camping.
Unaniem besloot men tot de naam “Vogels Tùn”
Voor veel dorpsgenoten is er wel enige uitleg nodig.
Leo Vogels gaat proberen dit toe te lichten.

In het begin van de vorige eeuw werd de “Tzummarumer Ooft en Groentetuin” opgericht door Willem Koning.
Op de plek waar nu de sporthal, sportvelden en de camping zijn.
Een groot huis aan de weg, drie personeelswoningen en daarachter een grote schuur.
Mijn vader , Emile Vogels, werd na enige tijd benoemd als beheerder.
Er waren veel fruitbomen met appels, peren, pruimen, rode en zwarte bessen enz..
In de schuur werden verschillende werkzaamheden verricht.
Er werd bessensap gemaakt, ook zuurkool stond op het programma, dit werd in die tijd geëxporteerd.
Mijn vader trouwde met mijn moeder, Trijntje Hovinga, zij kochten het bedrijf van Willem Koning.
In 1923 werd ik geboren.
In die tijd was het bedrijf zondags open voor het publiek.
Er werd veel in gewandeld en op een heuvel stond een bank waarop men kon uitrusten, hier werd vaak gebruik van gemaakt.
Mijn vader kwam uit Limburg en zat spoedig in besturen van verschillende verenigingen, evenals mijn moeder.
Ik was nog jong, 15 jaar, toen mijn vader ziek werd en stierf, 48 jaar oud.
Het was op de dag van het Freulekaatsen in Wommels waar wij voor Tzummarum meededen.
Het was een slechte tijd, de 30-er jaren.
Ik moest van school en mee de kost verdienen.
In de oorlog 40-45 hebben veel mensen uit Tzummarum en omstreken appels en peren opgezocht die onder de bomen lagen.
Er werd ook veel fruit in de schuur verkocht.
De schuur was tevens een opslagplaats voor de gaarkeuken, deze was in de Trochreed van “Het Wapen van Barradeel” waar veel mensen gebruik van maakten, er was weinig voedsel in die tijd.
In 1950 ben ik met Hannie Rienks getrouwd ; Onze kinderen Emile en Elly zijn in Tzummarum geboren.
In 1952 zou er een weg door onze tuin komen, vanaf Franeker om Tzummarum heen.
Het Rusthuis was er toen nog niet.
Dit plan is niet doorgegaan, maar het had voor ons toch gevolgen.
In 1953 was de watersnoodramp in Zeeland.
Jaap van Vliet, een kennis van ons was daar weggespoeld en zocht een andere baas.
Mijn schoonvader A.R.Rienks uit Firdgum had al meerdere malen gezegd:
Word maar boer, maar ja ik moest eerst nog wel melken leren, met de hand.
Om kort te gaan, Jaap kwam in de tuin te werken en ging met zijn gezin in de personeelswoning en ik fietste s’morgens naar Firdgum om te melken.
Na een jaar zijn wij verhuisd naar Firdgum, naar de boerderij waar Hannie geboren was.
Hier is Tineke ook nog geboren.
Jaap heeft de tuin 7 jaar gehuurd, toen kreeg hij een groter bedrijf in de Polder.
Hierna kwam de familie Piekema, de tijden werden slechter, het was een moeilijke tijd.
De recreatie was in opkomst en de gemeente Barradeel zocht een plek voor deze voorzieningen in inze gemeente.
Ik was en ben een dorpsman, wat zou het mooi zijn als we dit in Tzummarum konden krijgen.
Met de familie Piekema gepraat, ze wilden graag vertrekken, met de gemeente onderhandeld en recreatiepark Barradeel kon een aanvang nemen.
De bomen en alles wat er bij hoorde werd gerooid en geruimd en de opbouw van het park kon beginnen.
Jammer dat ons mooie grote huis ook plat ging.
Dit alles is al weer meer dan 30 jaar geleden.
Toch voel ik mij zeer vereerd dat het Bestuur van Dorpsbelang onze naam aan deze straat heeft verbonden, hartelijk dank.

L.H.Vogels