Op foto: Dokter Wietse Vegelin met echtgenote Maaike in de paradijselijke tuin achter de praktijkwoning.

HUISARTS VEGELIN LEGT PRAKTIJK NEER.

Door Gerard Akkerman.
We nemen afscheid van het paradijs”,mijmert huisarts Wietse Vegelin (62) met een melancholieke blik op de tuin.
Na 31 jaar medische arbeid hebben Vegelin en zijn vrouw Maaike de praktijk in Tzummarum verkocht.
Stoppen met werken kost hem niet zoveel moeite.
,,Het is mooi geweest..
Nu is het tijd om te reizen.”
Wat vooral pijn doet is het afscheid van ,, een van de mooiste tuinen van Noord-Friesland.

De eenvoudige voorgevel van de praktijk doet niet vermoeden dat achter het huis een 3000 m² grote parkachtige tuin schuil gaat met bloemrijke borders, kronkelende paadjes, een negentig jaar oude lindeboom en een nest met jonge ransuilen.
Tien jaar geleden kwam de zoon van de huisarts die begin deze eeuw de praktijk uitoefende nog eens naar de tuin kijken.
Hij had de lindeboom geplant en complimenteerde de Vegelins dat ze de tuin in nagenoeg dezelfde staat hadden bewaard.
De huisarts is er trots op.

Op een kleine weide grazen twee schapen en een lam.
,,Die heb ik zelf nog ter wereld gebracht “, lacht Vegelin.
Bevallingen zijn altijd zijn grote specialiteit geweest .
,,Het nieuwe leven is mooi”.
Als het om bevallingen gaat, kan ‘dokter Vegelin”bij de meeste vouwer uit Tzummarum en omliggende dorpen niet stuk.
In ruim dertig jaar hielp hij bij de geboorte van meer dan duizend kinderen.
Drie keer is het voorgekomen dat vrouwen met hun bevalling ‘wachten’ tot Vegelin weer terug was van vakantie.

Niet iedere bevalling verliep even probleemloos.
In de strenge winter van 1969 beleefde Vegelin een hachelijk avontuur.

Hij bezocht een vrouw die op het punt stond te bevallen.
Toen hij aankwam, was de lucht nog kraakhelder.
Er deden zich complicaties voor, waardoor de vrouw in allerijl naar het Harlinger ziekenhuis Oranjeoord moest.
De lucht was inmiddels asgrauw en er lag een dik pak verse sneeuw op de wegen.
Op de weg naar het ziekenhuis op een brug in Harlingen reden de dokter,de hoogzwangere vrouw en en haar man de sloot in.
,,De bevalling begon al.
We kwamen ongedeerd uit de auto.
Een andere automobilist heeft ons toen direct naar het ziekenhuis gebracht.
Daar kon ik mijn werk afmaken.
Gelukkig waren het hele rustige mensen.
Alles liep goed af .”

Gezond eten is voor Vegelin altijd heel belangrijk geweest.
Hij kreeg bijna heel Tzummarum aan het bruine brood.
De arts stoort zich vooral aan het feit dat kinderen steeds minder melk drinken.
,,Er zijn kinderen van vier die geen melk bij het brood drinken, maar cola.
Nou, daar worden je botten sterk van”.

Veel dorpelingen vinden de dokter streng.
Vegelin heeft een beetje moeite met dit stempel.
Hij vindt zichzelf niet streng maar consequent.
Volgens hem rennen veel patiënten te snel naar een dokter.
Mensen kennen hun eigen lichaam niet meer.
Een beetje pijn kan volgens hem geen kwaad.

,,Als een kind hier met een flinke oorontsteking komt, dan moet je daar direct iets aan doen.
Maar er zijn ook ouders die hier bijna in nood aankomen wanneer hun kind op de kont is gevallen en een blauwe plek heeft”.
Dat gaat vanzelf over, meent de dokter.
Daarvoor hoef je niet bij hem aan te kloppen.
Hetzelfde geld voor die mensen die een of twee keer per jaar gaan kaatsen of het huis schoon maken en dan direct de volgende dag op de stoep staan met een zere schouder of spierpijn.
,,Dat je dan spierpijn hebt, is logisch.
Dat gaat na een paar dagen wel over.”

Vegelin is landelijk erg actief geweest in ondermeer het bestuur van de Landelijke Huisartsen Vereniging.
Als apotheekhoudende huisarts heeft hij er altijd vurig voor gepleit dat huisartsen zelf een apotheek hebben.
,,De huisarts weet veel van medicijnen.
Hij ziet hoe ze werken omdat hij aan het ziekbed staat.
De apotheker ziet nooit een patiënt.
Hij claimt dat wel, maar dat is farmaceutische grootspraak.”

In dit licht betreurt Vegelin het dat veel huisartsen basisdingen hebben ‘verpatst’.
,,De praktijken worden steeds groter.
Daardoor laten ze dingen die veel tijd kosten, zoals bevallingen en jeugdgezondheidszorg, vallen.
Dat is jammer.
Dat hoort een huisarts te doen.

L.C.25-08-1995

IN GESPREK MET WYTSE EN MAAIKE VEGELIN

Het is een prachtige avond in augustus, wanneer Annemaaike Tanghe en ik een afspraak hebben met dokter Vegelin en zijn vrouw wegens het stoppen met zijn praktijk.
Er heerst bijna een weemoedige sfeer, wanneer we nog even een wandelingetje door de tuin maken.
Alle bomen, bloemen en knusse plekjes hebben hun eigen verhaal, onderdeeltjes van het grote verhaal, dat 31 jaar geleden voor de Vegelins begon en waarvan nu bijna de laatste bladzij kan worden geschreven.
Het betekent niet alleen afscheid van het werk, dat al die jaren met zoveel genoegen is gedaan, maar ook een afscheid van het huis, de tuin, het dorp en de mensen, die door de jaren zo vertrouwd zijn geworden.
Het verhaal begint in de zomer van 1946, wanneer Wytse Vegelin de praktijk per 1 juli overneemt van dokter Keestra en zich hier als jonge huisarts vestigt met zijn vrouw Maaike en de kleine Rink, destijds een baby van een paar maanden oud.
Zeven maanden daarvoor is de nieuwe huisarts van Tzummarum afgestudeerd aan de universiteit van Groningen en heeft hij ook nog ongeveer een half jaar bij een dokter in de Betuwe gewerkt.
Alhoewel hij kon kiezen uit 3 praktijken, viel zijn keus op Tzummarum.
Dokter kan zich nog best de eerste keer herinneren, toen hij in ons dorp kwam en de weg vroeg naar de dokterspraktijk.

Hij: De eerste Tzummarumer, met wie ik gesproken heb, was Albert Dijkstra, de melkboer.
Hij liep heel kalm op ons toe en gaf gewoon antwoord in het Fries: Oh, dat is zo gebeurd, dan moeten jullie nog even doorrijden.
Dat vond ik wel zo mooi, niks geen Hollands praten.
Heeft de Friese taal in het begin nog moeilijkheden opgeleverd?

Hij: Wij praaatten thuis niet Fries, maar de moeder van mevrouw kwam uit Friesland, dus zij kon wel met het Fries uit de voeten.
Maar er zijn uiteraard ook woorden, die heel vreemd aandoen.
Want wat is nu "levend spul"?

Zoiets kan men op zijn hoofd hebben (luizen), maar het kan ook nog wat anders betekenen.

Hij: Wij kwamen er achter dat het kleine wormpjes bij de anus waren.

Als Groningers voelden ze zich hier al snel thuis.
Dokter Vegelin is geboren en getogen in Niekerk als zoon van een garagehouder.
Hij heeft nog een oudere broer en zuster.
Zijn vrouw is een boerendochter uit Oldekerk en heeft een zuster.

Hij: Mensen dachten vaak, dat mijn broer en ik tweelingen waren, wij waren "belhamels eerste klas"en we hebben van alles uitgespookt - er kon wel een film van worden gemaakt.

Het jonge doktersgezin werd in Tzummarum uitgebreid met nog twee kinderen: dochter Hilde en zoon Kees.
Dokter deed de bevallingen zelf, samen met een kraamhulp.(kraamverzorgster)
Er waren dorpsmensen, die zich daarover verbaasden.

Hij: Wij kregen daar dan wel opmerkingen over; heeft dokter dat zelf gedaan, mag dat eigenlijk wel?
Ervaring met bevallingen had hij evenwel genoeg.
En die ervaring werd met de jaren alleen maar groter.
Hij heeft tussen de 1000 en 1100 bevallingen verricht.

Als bewijs daarvan, komt dochter Hilde tijdens het gesprek aanzetten met dikke plakboeken, die vol zitten met geboortekaartjes en hier en daar een foto.
Had dokter ook een voorkeur voor een bepaald onderdeel in zijn praktijk?

Hij: Ik vind in dit vak eigenlijk alles mooi.
Ik mocht heel graag bevallingen doen.
Heel gek, kleine kinderen en oude mensen - het begin en het eind, dat trok mij het meest.
In de beginjaren werden er veel meer kinderen geboren dan nu.
Het topjaar was een jaar met zo'n 40 bevallingen - bijna elke week een. Nu is dat ongeveer de helft.
De praktijk is door de jaren wat kleiner geworden.
Qua huizen is Tzummarum misschien wel twee keer zo groot geworden, maar niet met mensen - het inwonerstal is gedaald.
In een huis, waar vroeger wel 15 mensen woonden, wonen nu soms nog maar twee.
Ze hebben hier meer dan 30 jaar gewoond.
Hebben ze nooit eens aan een andere praktijk gedacht?

Zij: Toen wij hier kwamen, was het ons doel om hier tot ongeveer 50 jaar te blijven. Maar toen het zover was, wilden de kinderen hier niet weg.
Ze gingen naar de middelbare school en hadden hun vrienden hier.
Echter met zo'n grote praktijk ben je natuurlijk heel erg gebonden, het is een behoorlijk zwaar beroep.
Het leek hun ook wel mooi om eens wat anders te ondernemen, dus heeft dokter wel eens gesolliciteerd b.v. bij de KLM, waar hij op tweetal stond.
Hij vond het eigenlijk niet eens zo erg, dat hij die baan niet heeft gekregen, want het is hem in Tzummarum altijd uitstekend bevallen.

Beide hebben ze zich ook ingezet voor het dorp.
Zo heeft Mevrouw Vegelin jaren een jeugdclub boven de garage gehad,in de kerkeraad en in het dorpsbelang gezeten, is ze redactielid van de dorpskrant geweest, zondagsschoolleidster en ging ze mee met de reisjes voor de ouden-van-dagen.
Dat alles naast haar werk in de praktijk en haar part-timebaan als leerkracht bij de ZMLK-school in Leeuwarden.
Dokter was voorzitter van de tennisclub en is 17 jaar voorzitter geweest van St.Recreatiecentrum Barradeel.

Hij: Ik heb me er wel wat mee op de hals gehaald.
Het was soms zo druk, dat we tot 3 uur in de nacht zaten te vergaderen.
Het mooiste daarvan was, dat het niets te maken had met mijn vak.

Behalve bestuurswerk in eigen dorp is hij ook nog bestuurslid geweest van de LHV, de Landelijke Huisartsenvereniging.
Vooral voor de Landelijke Apotheekcommissie, een onderdeel van de LHV , heeft hij zich altijd ingezet.
Wat doen ze het liefst in hun vrije tijd?

Zij: Ik mag graag met de handen werken, zoals bloemschikken, handwerken, tuinieren en ook mag ik graag zingen.

Hij: Ik mocht vroeger graag voetballen, schaatsen, fietsen, schaken, biljarten en ik lees ook heel graag.
Als ik straks in Dronrijp woon, wil ik graag mijn eigen biljart hebben.

De vraag, waar zijn drie kinderen beland zijn, wordt beantwoord door Hilde.
Rink woont in Groningen en werkt in Assen als planologisch onderzoeker. Hilde woont in Groningen op 200 meter afstand van haar broer en werkt bij hetzelfde bedrijf op adminstratief gebied, maar dan in Leeuwarden.Kees is werkzaam in Duitsland als bioloog.

Blijven de dorpsmensen U altijd zien als dokter en doktersmevrouw, ook prive?

Hij: Ze hebben me wel altijd dokter genoemd - de tijd van de voornamen kwam later.
Zij: Ik heb dat nooit zo gevoeld en zou ook niet als doktersmevrouw gezien willen worden.

En werd U prive ook nog lastig gevallen met vragen zoals:"dokter ik heb last van dit of dat?"

Hij: Dat hangt er van af, hoe de dokter er zelf op reageert. Het is wel eens voorgevallen, dat er later werd gezegd, dat ik het bot zei, maar zo bedoelde ik het niet, maar . als iemand dat twee keer deed, dan deed diegene het de derde keer niet.
Dat doet snel de ronde - dat hoef je maar een paar keer te doen en dan is het afgelopen.
Ik heb dan ook geen spreekuur op de weg, dat vind ik flauwekul.
Zij: Dat hoor je nu wel meer, dat de mensen zeggen, dat mijn man zo streng is.
Ik denk, dat hij meer consequent is.
Ik heb zelf vaak gedacht, wanneer hij met een patient bezig was "wat heeft hij toch een geduld".

Voelt hij zich nooit opgejaagd, wanneer de wachtkamer vol met mensen zit?

Hij:Negen van de tien keer maakt het mij niks uit of er nu een persoon zit of tien personen.
Als je je geduld verliest, heb je er zelf last van en gaat alles mis.
Als een patient met problemen net op dat moment in de stemming is om te praten en je zou afkappen, dan kun je alles missen.

En wat vindt hij ervan om 's nachts uit bed gebeld te worden?

Hij: Daar heb ik nooit moeite mee gehad behalve als het flauwekul is.
Maar de mensen hier roepen je niet snel zonder reden.
Ik weet nog best, dat ik hier nog maar net was en we op een avond net in bed lagen, toen om kwart over 11 door een oude vrouw gebeld werd, die zei, dat dokter even komen moest, omdat ze zich niet goed voelde.
Ik zei : goed, ik kom eraan. Ik ernaar toe en zag de oude vrouw.
Is het Uw zuster, vroeg ik.
Nee, ik ben het zelf.
Ja, ziet U, ik maak altijd even voort en als dokter Keestra dan komt,, heb ik de thee altijd klaar.
Ik dacht, dit wordt mooi, ging rustig zitten , kreeg er een jodekoek bij en zei: wat is er aan de hand, vrouw?
Nou, zei ze , ik kan zo slecht naar de w.c.
Wij hebben het toen heel goed besproken en ze heeft mij nooit weer geroepen.

De rol van de dokter komt ook naar voren.

Hij: Ik heb heel veel tijd hier in Tzummarum besteed aan informatie en preventie.
Maar heel veel mensen willen dat niet horen.
Zo zijn er nog genoeg mensen, die nog witbrood eten in plaats van bruinbrood.
Dan denk je op het laatst wel, waar doe je het allemaal voor.
Maar van de bakker weet ik, dat meer dan de helft van de mensen toch bruinbrood eet.
Ook fruit is heel belangrijk.
De basis van ons werk is gewoon voorkomen. Als een mens anders leeft, kan er veel worden voorkomen...

Is het waar, dat hij een hekel heeft aan "gewichtige"mensen?

Hij: Ik heb ook de naam dat ik een hekel heb aan te dikke vrouwen.
Dat is helemaal niet waar.
Als ze gezond zijn, zal ik daar niets van zeggen, maar dat verandert als er kwalen bijkomen.

Een huisarts maakt veel blije, maar ook hele trieste dingen mee.
Het is algemeen bekend, dat de meeste vrouwen goede herinneringen aan Vegelin hebben, als ze aan hun bevalling terugdenken..
Maar hoeveel mensen heeft hij ook niet bijgestaan als ze in tijden van ziekte en dood behoefte aan troost hadden.
En hoe belangrijk is een partner dan?

Hij: Ik ben ook vaak zat kapot thuisgekomen en de achterban is dan heel belangrijk.
Zij: Een dokter heeft natuurlijk ook zijn gevoel, als er iets ergs gebeurt.
Hij: Ongelukken b.v. dat valt niet altijd mee.

We raken dan op de tekst over veranderingen.
De praktijk mag dan kleiner zijn geworden, het is ook drukker geworden.
Met de computer kwam ook de ergernis binnen de deur, maar het kan niet meer zonder computer, in feite had dat al eerder moeten gebeuren.
De technische mogelijkheden, die de huisarts thuis heeft, zijn erg uitgebreid, ook een reden, dat er veel minder visites worden gereden.

Maar zijn er ook veranderingen op een ander gebied?

Hij: Wat ik ook vind, dat er veel minder mensen bereid zijn om zich ergens voor in te zetten en voor hun idealen te vechten.
Ook zijn er veel minder persoonlijkheden gekomen.

Dokter kan zomaar voorbeelden opnoemen van soms maar hele gewone mensen, maar in zijn ogen echte persoonlijkheden.
Het zijn stuk voor stuk mensen, over wie men later nog prachtige anekdotes kan vertellen.
Is de patient nu ook erg veranderd? Mondiger geworden?
Dokter moet er hartelijk om lachen en zegt, dat er geen essentieel verschil is.
De kennis van de mensen kan dan door boeken en televisie wel toegenomen zijn , maar de mensen weten totaal niet, wat ze er mee moeten.
Het aantal sterfgevallen door hart- en vaatziekten neemt nog steeds toe, door roken en te weinig lichaamsbeweging.
Wat doen ze dan met die informatie?
Helemaal niets! En als je er als dokter over begint, wil niemand dat graag horen.
Dat er ook mensen waren, die totaal geen benul hadden van al die medische zaken, blijkt uit de verhalen van dokter, als hij vertelt van patienten, die met de urine of ontlasting moesten komen.
Het eerste gewoon in een bierflesje, het tweede in een conservenblikje tot de rand vol en netjes afgestreken.
Wie beslist ook niet thuis was in de medische wereld was een vrouw, die meende , dat dokter een "strijkje" voor maar 15 gulden in de aanbieding had.
Dat is toch zeker niet duur als je een muziekliefhebber bent!
Sommige dokter hebben wel eens last van hele agressieve patienten. Is dat hem wel eens overkomen?

Hij: Zelf heb ik daar nooit last van gehad, maar ik had mijn postuur mee, misschien mijn ogen, ik weet het niet.
Ik was het wel eens niet met de mensen eens en dan zeiden ze heel vaak "dokter moet niet kwaad worden"en dan zei ik, dat ik daar geen last van had.

Voor we het beseffen is de avond voorbij.
Vanaf het terras lopen we door de kamer naar buiten.
De woonkamer ziet er leeg uit, een paar eenzame meubels staan nog te wachten om door de verhuisauto naar Dronrijp te worden gebracht.
Na zoveel jaren zit het er op voor de Vegelins.
Plotseling herinner ik me de opmerking van dokter over persoonlijkheden en ben ik er zeker van: na deze augustusmaand in 1995 is Tzummarum al weer een persoonlijkheid armer.

augustus 1995
interview: Geartsje van Dyk.

vertaalt van Fries naar Nederlands door Sietie Leistra-Groeneveld.