Uit deze 'spannende' beginjaren stamt ook de geschiedenis van een bekeuring die leidde tot... diefstal!
Waarvoor die bekeuring uitgedeeld was, is niet meer te achterhalen.
Misschien voor een geval van overbelading, want dat was 'regel normaal' bij Althuisius.
Ook daarover doen mooie verhalen de ronde: zoals die ene keer toen de Fordtruck vóór de verbaasde ogen van de klant pardoes achterover kiepte met vier tot vijf ton aardappels aan boord.
Die bekeuring, die was onverdiend volgens Watze. 'Toen stond ik op 'e kôp, want hoe kan je iemand die hard werkt, hoe kan je die nou een bekeuring geven? Toen was ik anders dan nu hoor.
Toen heb ik gezegd, -ja, want ik zal er maar eerlijk in zijn, ik was de dominante figuur van ons-: 'Die bekeuring, die rotzakken. die halen we d'er weer uit'.
En wat deden we? We stalen.
Ik weet het plekje tussen Hitzum en Franeker nog precies aan te wijzen.
Toen zijn we aan het stelen geweest: vierkante tegels, bouwmateriaal"
Maar alsof de duivel ermee speelde, ter plekke brak de pitmanarm van de stuurinrichting van de oude Chevrolet.
Watze: 'Het was midden in de winter, want er lag allemaal sneeuw.
Dat ding kon nog wel rijden, maar dan moest één van ons buiten tegen de wielen aan Schoppen als we een bocht moesten nemen, om de auto in het spoor te houden. Zo ging dat dan net'.
Het liep in de gaten: een politieagent hield de kapotte vrachtauto met de gestolen waar aan.
Weliswaar werd er toen niets onrechtmatigs geconstateerd, maar toch... dit was een aanwijzing van God.
En Broer zei: 'Dacht je Watze, dit komt uit! Dacht je dat ik daar straks voor het gerecht wil staan te liegen?'.
We waren zo bang als wat, herinnert zich Watze.
'We hebben de auto aan de kant gezet, de tegels afgeladen en bij de eerste gelegenheid, na reparatie van de truck, hebben we midden in de nacht die tegels zorgvuldig teruggelegd, met een mooi laagje Sneeuw er weer over.
Dat was eens, maar nooit wéér!'.
Gestolen goed gedijt niet; een oudhollands gezegde dat volgens de familie Althuisius ook geldt in het bedrijfsleven.
Watze: Je moet leren om het heel eerlijk te doen, want zaken doen en gemeen wezen, dat ligt heel vlak bij mekaar.
Maar ik heb altijd in mijn hele leven gezegd,: als ik zaken doe en ik krijg een balans en daar staat winst op, dan wil ik eerlijke winst hebben.
Dat ieder die bij me werkt zijn deel heeft gekregen en dat ook de fiscus zijn deel heeft gekregen: àlles legaal.
We hebben hier nooit zwart geld,, niks.
Als je daarmee begint, of met steekpenningen... dat heb ik nooit gedaan.
Die spanning kan je er gewoonweg niet bij hebben.
Ik verpraat me ook nooit, want ik heb niks te verbergen.
En dan zeg ik: ècht ondernemen, dan heeft ieder zijn deel. Zo is het!'.