In 1957 was de vergunning voor grensoverschrijdend verkeer afgekomen, zodat de wagens van Althuisius nu ook België, Frankrijk en Italië konden aandoen.
Een belangrijke bron van inkomsten deze jaren vormde het meubelvervoer voor Fristho: de Friese Stoelen Handels Onderneming.
Een gereputeerd bedrijf uit Franeker, waarvan het verkoopgebied zich uitstrekte over de hel Benelux, tot in Duitsland, Frankrijk en Italië .
Het vervoer van de kapitale en exclusieve meubels vergde een specialistische aanpak, waartoe twee auto’s uitgerust werden met dubbele bakken, zogenaamde afzetbakken.
Broer reed op zo, n auto.
Hij was geknipt voor het precieze werk, dat veel zorg en aandacht vroeg.
Toen het hele bedrijf van Fristho in 1972 naar Heerlen verplaatst werd , ging een kleine transportafdeling van Althuisius, bestaande uit twee chauffeurs en hun wagens, mee naar het zuiden.
‘Wij zijn flexibel’, zegt Alhuisius naar waarheid.
Jammer genoeg ging de Fristho in 1978 failliet door toedoen van een Duitse concurrent, de firma Hülsta, die daartoe geen middel ongemoeid liet.
Met moeite konden de broers hun geld eruit halen.
Via het zogenaamde pandrecht kon honderdtwintigduizend gulden worden teruggevorderd.
Watze: , En da’s een hoop geld’.