Mensen die zakelijk zeer geslaagd zijn, willen zich nog wel eens verschuilen achter een bescheiden ‘Het is me allemaal overkomen’.
Oud-Tzummarumer Sjoerd Dijkstra(70)doet die poging ook.
Vergeefs natuurlijk, want wie in betrekkelijk korte tijd vrijwel vanuit het niets een keten met een zestiental gerenommeerde hotels opbouwt, heeft meer gedaan dan wachten op geluk.

Het begon voor Sjoerd Dijkstra in Tzummarum, waar heit Doede en mem Renske in 1947 het café Het Wapen van Barradeel kochten.
Niet van harte overigens, maar heit, die transportondernemer was geweest, was in de oorlog zijn vrachtauto’s aan de Duitsers kwijt geraakt.
De kleine Sjoerd groeide op in het café, vaak onder de hoede van pake Sjoerd, die bij hen inwoonde.

Van hem denkt hij achteraf de handelsgeest te hebben overgekregen, want pake was voor de oorlog in Minnertsga en omstreken een vooraanstaand aardappelhandelaar.
Maar de kleine Sjoerd leerde hij aanvankelijk vooral biljarten..
,,Ik stond op een stoof, anders kon ik er niet bij”, herinnert hij zich nu nog.

Hij zag hoe druk zijn vader en moeder het hadden, zeven dagen in de week, 52 weken per jaar en hij wist als jongen al zeker: ik ga niet in de horeca”.
In een dorp als Tzummarum zat er in de beginjaren vijftigdoor de bevolking amper meer een bestaan in het café en de Dijkstra’s verkochten in 1955 het pand aan de vereniging Nut en Genoegen.
Ze zochten hun heil in Groningen, waar ze aan de Grote Markt hotel Dijkstra openden.

Sjoerd Dijkstra kwam te werken bij familie, in een winkel in ijzerwaren en huishoudelijk spul.
,,Dat leek me veel beter, veel geregelder ook dan in de horeca”.
Maar toen in 1957 heit Doede plotseling overleed, had Sjoerd als enig kind geen keus: hij moest zijn mem te hulp schieten.
Een paar jaar later verkochten ze het hotel en in 1960 namen moeder en zoon hotel Peters aan de Grote Markt in Zwolle over.
Sjoerd Dijkstra sloeg aan het verbouwen en renoveren en het hotel werd een succes.
In 1976 verkocht Dijkstra het aan een projectontwikkelaar.
Dijkstra: ,,Het was een gouden plek in de binnenstad, op peperdure grond.
Zoveel geld kon ik nooit met de verkoop van kopjes koffie verdienen.

FRANSEN
Dijkstra wist intussen waar zijn kracht lag: het kopen en ontwikkelen van van onroerend goed.
Daar hoefde je geen ei voor te kunnen bakken, geen ijs voor te verkopen.
Hij kocht zich in bij de Frans/Nederlandse ontwikkelingsmaatschappij Haemstede en kreeg de hotelpoot in beheer.
Met hotels had hij immers ervaring.
En dus kocht hij in 1977 hotel Eden in Amsterdam.
Daar waren de Fransen niet blij mee.
Dijkstra en de Fransen botsten en in ruil voor zijn aandeel in het bedrijf viel hem het hotel toe.

Prachtige jaren had de man die zo van bouwen, uitbouwen en renoveren houdt.
Van het bescheiden hotel met 67 kamers maakte hij een vooraanstaand hotel met 340 kamers en appartementen.
Zorgeloze tijden waren het echter niet altijd, stelt hij nu vast.
Dijkstra: ,,Het is voorgekomen dat ik op vrijdagmiddag de kas van het restaurant moest legen om aan mijn verplichtingen bij de bank te kunnen voldoen,”

Nu is hij zeventig en zou hij dat soort risico’s niet meer nemen.
Dijkstra: ,,Als je jong bent-dertig, veertig jaar- dan heb je nog tijd genoegen eventuele misser goed te maken.
Dat is anders als je ouder bent.”

In 1992 parkeerde hij in Vierhouten zijn auto tegenover hotel Mallejan, dat te koop stond.
Naast hem zat zijn moeder.
En mem zei : ,,It dak sjocht der noch goed út.
As de rest ek goed is , soe’k sizze: keapje it dan mar.”
En Sjoerd Dijkstra kocht het hotel, knapte het op, blies het nieuw leven in en verkocht het later weer.

Hoe mooi het gebouw ook is, een Veluws hotel in een dorp als Vierhouten paste niet in zijn filosofie.
Hij wilde hotels in het centrum van de grote steden.
Dijkstra: ,,Er is een tijd geweest dat de hotels naar de randen van de stad gingen.
Maar ik wil in het centrum.
Daar komen door de week de zakenmensen en in de weekeinden de toeristen en die willen alles op loopafstand.”

Van der Valk
Niet dat hij de strategie van het Van der Valk-concern, dat desnoods midden in een weiland een hotel uit de grond stampt, afwijst, Integendeel: ,,De Chinese restaurateurs en Van der Valk hebben ervoor gezorgd dat de Nederlanders massaal buiten de deur gingen eten.
Dat is van een geweldig belang voor de hele Nederlandse horeca geweest.

Vanaf 1998 is er eigenlijk ieder jaar wel een hotel, en soms zelfs meer dan een, toegevoegd aan het bedrijf van Sjoerd Dijkstra, dat vanaf 1999 de Eden Hotel Group kwam te heten.
En bijna altijd waren het hotels in het hart van de stad, die een uitgebreide opknapbeurt kregen zonder de historie van het gebouw te verwaarlozen.

Het jaar 2005 was een bijzonder jaar voor Dijkstra.
Het nieuw gebouwde Eden Rembrandt Square Hotel in Amsterdam was af en hij verwierf het prestigieuze hotel American inclusief het in Nederland zeer bekende café Americain.
Tot dan had hij tamelijk onopvallend geopereerd in de hoofdstedelijk hotelwereld.
Hiermee werd Sjoerd Dijkstra daar een gekend ondernemer.

,,Hij is een bijzonder man”. zegt Frans Wientjes, die operationeel directeur in de Eden Hotel Group is.
WIENTJES’ Vader dreef in Zwolle een hotel in de periode dat de Dijkstra’s daar ook actief waren.
,,Nog altijd soepel van geest, modern en ondernemend.”
In 2004 maakte Sjoerd Dijkstra’s zoon Leon Doede – afgestudeerd bedrijfseconoom – ook deel uit van de directie.

Het betekent dat senior kan gaan afbouwen.
,,Noem me maar commissaris”, zegt hij zelf.
,,Ik bemoei me wat minder met de details.
Maar kijk natuurlijk wel mee over de schouder.
Ik roer me als ik denk dat het fout gaat.
Er is niks mis mee als je eens op je gezicht gaat, door schade en schande wordt de mens wijs.
Maar als dat veel geld gaat kosten, kan ik me moeilijk stilhouden.

Renovatie
En zo zit Dijkstra deze middag in het Oranje Hotel in Leeuwarden te vergaderen met Wientjes en manager Ieteke Kloppenburg over de verbouwplannen van het Leeuwarder hotel.
Sinds 2005 huurt hij het pand van Jan Riedstra en Frans Bonnema.
Een volledig renovatie van de kamers is achter de rug, nu zijn restaurant, balie, lounge, bar en entree aan de beurt.
Eind dit jaar moet die verbouwing zijn beslag krijgen.

Sjoerd Dijkstra: ,,We weten dat het Oranje Hotel een bepaalde naam heeft, noem het maar elitair.
Destijds ben ik hier wel eens op vrijdag geweest, samen met pake.
Toen al had het de naam van een ietwat sjieke gelegenheid.
Van dat stempel willen wij af.
Wij willen er de huiskamer van Leeuwarden van maken.”

Daar de lounge, daar de bar, daar het restaurant, daar de nieuwe entree en wat dacht meneer van de nieuwe voorgevel met serre in de winter en terras in de zomer?
Een beetje weer net zoals het vroeger is geweest.
Maar misschien zal ik iets vaker naar Leeuwarden komen, tenminste in het begin.
Om te kijken of het die huiskamer wordt.”

Door Bonne Stienstra.
L.C. 04-07-2007