Een foto van de bouw van de ketel van de gasfabriek in Tzummarum in 1911.
Op het bord vóór de ketel staat: "Montage, Barradeel, Holland, 1911".

In de vergadering van de gemeenteraad van Barradeel op 27 december 1910 wordt de concessie-aanvraag van de "Maatschappij tot Bouw en Exploitatie van Gemeente-bedrijven", gevestigd in Utrecht, behandeld.
Deze aanvraag houdt het verzoek in om een gasfabriek op te richten en steenkolengas te leveren in de dorpen Minnertsga, Tzurnmarum, Oosterbierum, Sexbierum, Pietersbierum en eventueel Fi rdgum.
Er zal een Maatschappij worden opgericht die de te stichten fabriek zal bouwen, beheren en exploiteren.
In deze N.V. zal de gemeente Barradeel voor f 25.000,- aan aandelen moeten Kopen.
De gemeente zal dan 2 van de 5 commissarissen van de N.V. mogen benoemen.
Zowel B en W als de gemeenteraad gaan accoord.
Eerste directeur wordt de heer H. Oosterbaan.

In dezelfde gemeenteraadsvergadering wordt de concessieaanvraag van Marten Keuning, smid, te Tzummarum, afgewezen.
Al een jaar eerder was deze aanvraag binnengekomen.
Marten Keuning wilde een concessie voor openbare straatverlichting in Tzummarum met acetyleengas.
Nu het omvangrijker plan voor de levering van gasvoor zowel straatverlichting als voor particuliere gasverlichting in meerdere dorpen was aangenomen, ging het plan van Marten Keuning niet door.

In 1911 werd met de werkzaamheden voor de gasfabriek in Tzummarum begonnen.
Het werk werd voor een groot deel door een Duits bedrijf uitgevoerd.
Op 18 juni 1911 meldt de Franeker Courant; "Een groote bedrijvigheid heerscht hier op 't oogenblik.
De stichting van een steenkolengasfabriek met directeurswoning is thans met kracht aangevat.
Een groot aantal grondwerkers zijn bezig den weg door het dorp en verder op naar Minnertsga langs den berm tot op een meter diepte uit te graven voor het leggen van de buizen der hoofdleiding.
Mocht er binnenkort een regenachtige periode aanbreken, dan komen we hier in lettelijke zin leelijk in een moeras te zitten."

Nog geen week later, op 22 juni 1911, moet de Franeker courant mededelen dat de werkzaamheden even stokken; "De werkzaamheden aan de gasleiding, nog nauwelijks begonnen, stonden Maandagmorgen bijna geheel stil doordat de grondwerkers den arbeid staakten.
Gelukkig werd op den middag een accoord met den aannemer getroffen, zoodat de staking van korten duur is geweest.
De Directie der fabriek heeft thans per circulaire de ingezetenen op de hoogte gesteld van de voordeelen van het gebruik van gas boven dat van petroleum.
Wij twijfelen dan ook niet, of zeer velen zullen zich voor den bepaalden datum, 15 Juli, voor directe aansluiting opgeven.
Enkelen zullen wellicht eerst de kat uit de boom kijken, maar zonder twijfel gaan ze later toch tot gas-gebruik over.
Ze krijgen dan echter hooger kosten van aanleg dan wanneer ze dadelijk er toe kunnen besluiten. "

Op 22 oktober 1911 meldt de Franeker Courant:
“De gasfabriek alhier nadert hare voltooing, evenals de directeurswoning.
Overal in het dorp zijn smeden en koperslagers, bijgestaan door ervaren fitters, bezig met het aanleggen van binnenleidingen.
Volgens een circulaire, door de Directie in de gemeente verspreid, zal het gebruik ,van gas voordeeliger zijn dan dat van petroleum.
We zijn zoo vrij achter deze bewering, een vraagteken te plaatsen.
Toch zijn we met de verandering ten zeerste ingenomen, al was het ook alleen maar om de betere straatverlichting, die we zullen krijgen.
Het aantal straatlantaarns is belangrijk groter geworden.
Het gemeentebestuur komt daarvoor een woord, van erkentelijkheid toe. "
De Duitsers die aan de bouw van de gasfabriek meewerkten, namen in de periode dat zij hier werkten deel aan het dorpsleven, zo blijkt uit een tweetal berichten in de krant van 31 december 1911:
"De Rederijkerskamer "Onno Zwier" voerde woensdag en vrijdagavond voor een talrijk publiek het kluchtspel ; “Papageno"op.
De uitstekende krachten waarover de kamer beschikt deden verwachten dat de vertolking meesterlijk zou zijn.
We werden in die verwachting niet teleurgesteld.
Een aardige voordracht "Tzummarum en Duitschland., door een Iid der vereeniging gemaakt ter eere van de aanwezige Duitschers, oogstte zeer veel bijval. "
"Nu de gasfabriek klaar is, zijn de meeste Duitsche monteurs en opzichters, die we een groot deel van het jaar in ons midden hebben gehad, naar hun land teruggekeerd.
De weinige overgeblevenen hebben op den eersten Kerstavond op Duitsche manier het Kerstfeest gevierd.
Verscheidene ingezetenen waren door hen uitgenodigd de plechtigheid bij te wonen.
De keurig versierde kerstboom wekte aller bewondering
. Verschillende toepasselijke liederen, begeleid door piano- en vioolmuziek, werden door alle aanwezigen of door een gemengd koor gezongen.
Tijdens het daarop volgend gezellig samenzijn werden de buitenlandsche gasten toegesproken in bewoordingen, die Getuigden, hoe zij in den korten tijd, hier doorgebracht, zich de achting en de sympathie onzer ingezetenen hadden verworven.
De wensch dat het hun verder wel moge gaan, was een wensch uit aller hart.
Ook van Duitsche zijde werden waarderende woorden gesproken, helaas, door de meesten niet verstaan.
Maar hoezeer verschillend van taal, Duitschers en Friezen gevoelden dat zij broeders waren, kinderen van één vader.
Tot slot werd het Duitsche volkslied gezongen.
Het geheel feest kenmerkte zich door een bijzonder hartelijke toon. "

Tijdens hun verblijf in Tzummarum verbleven de opzichters op kostadressen in Tzummarum.
Eén van hen was in de kost bij mijn beppe, mevrouw Gerarda Maria Veldhuis-Krol.
Hij speelde vaak met haar dochtertje Tine.
Op een dag zei hij: "Wenn Tine Gross ist, heiraten wir", waarop mijn beppe zei: "Wenn Tine Gross ist, sind Sie ein alter Mann".

Later werd een tweede ketel bijgebouwd.
Decennialang verzorgde de gasfabriek de gasleverantie in de gemeente Barradeel.
Na de komst van het aardgas werd, de gasfabriek nog lange tijd gebruikt voor het aanpassen van het aardgas aan de bestaande toestellen, welwaren er toen nieuwe branders nodig.
Nu rest alleen nog de voormalige directeurswoning.

Jacob Lautenbach
IJlst