Op foto Feike Walburg.

Het herstellen van netten en fuiken wordt gedaan met een houten breinaald,de zogenaamde tongnaald.

Het nettenbreien.
In de winterdagen werden de netten gebreid in de kamer.
Dit deed men met een houten breinaald om een rond houtje.
De opzet werd begonnen om een touwtje dat aan een stoel was gebonden.
Als het net wat langer werd, hing men het deel wat klaar was bij de schoorsteen.
Vroeger werden de fuiken van Hongaarse hennep, gekocht bij Jan Pen in Lemmer gemaakt, later werd katoen gebruikt.
Hennep is sterker, maar duurder dan katoen en heeft het voordeel niet te krimpen bij het tanen.
Met de hennepfuiken werd door de Heeringa’s wel 10 seizoenen gevist voor ze waren versleten.
Bovenstaande is verteld door Jan Tjeerd Heeringa Sedyk 5.