Het tanen.
Een keer per jaar, als de netten weer in de schuur moesten, werden ze getaand.
Al het zeehout en afvalhout werd voor het huis bewaard op de brandstapel om de taanketel te kunnen stoken.
Voor het huis werd in het gras een gat gegraven, waarboven de koperen taanketel werd geplaatst,met een grote opening vrijgelaten aan de kant waar het hout eronder kon worden geschoven en een klein gat aan de andere kant voor de trek.
Water werd uit de sloot getapt en in de taanketel gedaan.
S,Morgensvroeg werd de ketel opgestookt tot het water ongeveer een halfuur aan de kook was.
Vroeger werd de fijngehakte schors van de eiken palen hierin enige tijd getrokken.
Het looizuur uit de bast werkte bederf werend.
Later werd eikenextract, cachou en taancarbolineum gebruikt.
Cachou is een extract van onder andere Acacia.
Het zat verpakt in kisten: vaak zaten er nog de boombladeren omheen.
Dit kon je kopen bij een touwhandel in Harlingen of bij de firma Lankhorst in Sneek.
De eiken schillen moesten er uit, voordat de netten in de ketel konden worden gedompeld.
Boven de ketel werden 3 palen met de einden tegenelkaar aangezet met een blok bovenin, waaraan de netten omhoog konden worden gehaald.
Door het tanen krompen de netten enigszins.
Als het tanen klaar was moest de ketel weer de schuur in.
Het Waterschap dulde niet dat er een kuil in de grond was, dit moest weer dicht.
Ook een waterput mocht niet worden aangelegd.

( Z.M.)