Vergelijking van de interieurs Roptazijl en Koehool.

Inleiding
De plattegrond van beide woningen vertoont grote overeenkomst.
De hoofdindeling schuur - keuken - gang - woonkamer is praktisch identiek.
De woonkamers vertonen de grootste overeenkomst, de schuren verschillen nog het meest.
Het tijdsverschil tussen beide woonkamerinterieurs is vijftig jaar.
De panden zijn op verschillende momenten afwijkend verbouwd.
Dat alles in ogenschouw nemend zijn ook de overeenkomsten in de interieurs opmerkelijk.

Schuur
In Roptazijl is de haringboot door mijn grootvader nooit in de schuur opgeslagen.
Op een foto uit begin jaren '30 is te zien dat de boot buiten tegen de oostmuur ligt, afgedekt tegen de regen maar niet in een vast botenhok.
Of vorige bewoners de boot wel in de schuur hebben gehad is twijfelachtig.
De regenput maakte het later in elk geval onmogelijk, de boot op dezelfde plaats te leggen als te Koehool.
Wanneer deze put is aangelegd is onbekend.

De schuur in Roptazijl was overvol en duidelijk het domein van een beroepsvisser.
Het lijkt erop, dat de schuur in Koehool buiten het haringseizoen nauwelijks een andere bestemming had dan ruimte bieden voor de eerstkomende vlasbewerking.
In plaats van een regenput en een wel beschikt Koehool over twee regentonnen: één binnen en één buiten.
Roptazijl had ook nog een regenton, buiten, aan de noordzijde.

Keuken en gang
Het pand Koehool heeft een'open keuken', in Roptazijl was de keuken door een houten schot afgescheiden van het stof van de schuur.
De toegang tot 'het huisje' was in beide gevallen in de keuken, maar in Roptazijl was het huisje zelf in de schuur weggewerkt, waardoor er een ruimere keuken ontstond.
Bovendien was daar in de dertiger jaren in de noordmuur een groot raam gemaakt, waardoor de keuken veel licht had.
De "diggel- en provisiekast" ontbreekt in de keuken van Koehool.
Daar is door een haaks op de muur staand schot de kookplek afgescheiden van de rest van de keuken en licht komt er alleen in via het kleine raampje in de westmuur.

Een deur voor de gang was in Roptazijl niet nodig, omdat het houten schot met schuifdeur de scheiding tussen werken en wonen al vervulde.
Daardoor was er een open verbinding tussen keuken en gang, wat voor de huisvrouw wel gemakkelijk was.

Heeft de gang in Koehool een plavuizen vloer, in Roptazíjl had de gang een vloer van roodbruin geverfde planken.
Waarschíjnlijk lagen er vroeger in Roptazijl in de gang dezelfde gele steentjes als in de keuken .
Ze zijn begin jaren '30 gebruikt bij de verhoging van de zijmuren.
In Koehool hangt het droogrek in de gang, in Roptazijl stond op die plek mijn grootmoeder 's fiets.
Haar droogrek stond meestal buiten tegen de oostmuur van de huiskamer .

Kamer
De overeenkomst tussen beide huiskamers is sprekend.
De roodbruine v1oer, de chinese matten, de bedsteden met de kast ertussen, de stoelen voor het bedschot, de plaats van het fornuis en de kachel, de plaats van de tafel met stoelen, alles komt sterk met elkaar overeen.
De kleur van het bedschot in Roptazijl was groen, net zoals nu in het museum.
In 1900 zou in Koehool volgens de beschrijving het bedschot dezelfde roodbruine kleur hebben gehad als de vloer.

In Koehool zit in de oostmuur het raam in het mídden, waardoor er tussen dit raam en het bedschot geen groot "kammenet" kan staan.
De plaatsen van het kammenet en de kleinere kast zijn daarom gewisseld en dit is tevens het grootste verschil tussen beide interieurs.

In Koehool ontbreekt in de kamer het breiwerk van de fuiken, dat in Roptazijl bij de ramen hing.
Ook de voorraadplank aan de zolderbalk kent Koehool niet, omdat de huiskamer hoger is en er niemand bij zou kunnen.