Foto: Riemy de Groot-Norder.

Roptazijl, uitwateringssluis

Roptazijl was in eigendom en beheer van de bewoners van Nijehuis (boerderij Wieger de Hoop, Wijnaldum, Roptavaart).
In 1424 had de overdracht plaats van Roptazijl aan Sikko van Nijehuijs en werden de voorwaarden daarbij vastgesteld.
De zijl was toen van hout gemaakt.
Hij moest ten alle tijde door Sikko onderhouden, vernieuwd en tegen alle schaden gehoed worden, alleen uitgezonderd wanneer de Hollanders of andere vijanden 'deselve verbranden mogten', dan zouden op kosten ter herstelling beide partijen (bewoners van Nijehuis enerzijds en Franekeradeel anderzijds) ieder voor de helft 'gehoed' worden.
Sikko moest een brug van tien voet wijd over de zijlroede plaatsen en onderhouden.
De visserij met netten in de zijlroede was zonder verpachting aan niemand geoorloofd, 'op verbeurte van acht ponden'.
Ter verzekering van de getrouwe nakoming van dit verdrag stelde Sikko tot onderpand '25 pondematen land over hoog en laag, gelegen in zijn en zijns broeders landeigendom Ingela geheten, op de Haula, welke landen door hem en zijn erfgenamen onvervreembaar moesten gehouden worden'.
De brief daarvan was met goedvinden van grietmannen en regters, raad en gemene gemeente, benevens de prietsers van Frankeradeel' gegeven en bekrachtigd.
Van de andere zijde was dit verdrag door Sikko zelven en op zijn verzoek door heer Sjuk, pastoor te Wijnaldum, Sijwert Heslinga, wonende te Vrawei en Jelmer op de Aijdelum, zijn bijzondere vrienden, mede getekend en bezegeld op Sint Magnus 1424. Haula is nog wel bekend maar de namen Vrawei, Ingela en Aijdelum zijn in de vergetelheid geraakt.
Pas veertien jaar later rees er al enig geschil op tussen Sikko en het gerecht van Franekeradeel, aangaande Roptazijl, voornamelijk om de slatting der zijlroede, waarover gewezen werd 'dat Franekeradeel geheel en volkomen zal houden en slatten de zijlroede binnendijks tot aan de zijl en buitendijks van de zijl tot aan de zee toe'.
Hieruit blijkt dus duidelijk dat er buiten Roptazijl toen nog land was, waardoor de uitwatering of zijlroede naar zee geslat en onderhouden moest worden.
De kust is dus sedert ruim vijf eeuwen aanmerkelijk afgenomen.
Sikko moest, zo werd verder vastgesteld, volgens het vroeger verdrag, de zijl met al de benodigde bouwstoffen voor zijn rekening houden, 'de zijl volkomen bruik- en sluitbaar houden en ook de kolk zoodanig van slijk zuiveren, dat de zijldeuren geopend en gesloten konden worden'.
Deze uitspraak geschiedde door de grietmannen en rechters van Barradeel.

Bron: Jelle Cramer, 1980 (Oosterbierum)